Foto bij 003 ||

Amilia

Met een hoop kabaal hoorde ik iets ontploffen, maar ik was het niet, athans dat dacht ik. Ik keek naar achter en zag dat de spreuk langs me was gegaan en een pilaar had geraakt. Nu pas voelde ik een pijn en zag dat ik wel degelijk geraakt was, maar dan door een brokstuk van een pilaar. Mijn uniform was gescheurd en ik wist zeker dat mijn been open lag. Het fijt dat albus mij gewoon had aangevallen zorgde er voor dat ik niet meer kwaad maar woest was en ik hief mijn stok op en riep nog maals ‘confringo’. Achter me hoorde ik weer een ontplofte pilaar, want albus had hem weer weerkaatst. Nu was ik het echt zat en ik hief mijn stok voor de derde maal een spreuk uit te spreken. ‘EXPERLLIARMUS!’ klonk het plots en voor ik het wist was mijn toverstok weg. Nu had hij me nog woester dan woest gemaakt door me te onwapenen, hij ging er aan! Ik wilde mijn toverstok weer maar ik zag hem nergens. Toen plotseling zag ik hem, maar op de plaats waar ik hem liever niet terug vond. ‘WAT IS HIER AAN DE HAND? waren de Furieuse woorden van head master Dricly die met drie toverstokken in zijn hand stond. ‘jullie komen direct mee naar mijn kantoor, en miss Malfoy, verwacht maar niet dat omdat u vader hier de boel sponsort u geen straf krijgt’ hij klonk behoorlijk kwaad en ik moet eerlijk toegeven dat ik dat niet achter hem had gezocht, ook al was ik hier niet van onder de indruk van.

‘Wat jullie hebben gedaan kan totaal niet’! stond Dricly haast tegen ons te schreeuwen. We zaten op ieder een stoel aan zijn bureau terwijl hij ons ondertussen dat hij heen en weer liep stond te preken. ‘en nogmaals miss Malfoy, denkt u maar niet dat u er makkelijk van af komt’ ‘jullie zouden blij moeten zijn als jullie niet van hogwarts afgetrapt werden’! vervolgde hij. ‘hoe kunnen een vijfde en een zevende jaars zo onverantwoordelijk zijn, en gewoon in het wilde weg op elkaar los te vuren’! ‘weten jullie wel niet wat er allemaal had kunnen gebeuren’! natuurlijk wist ik dat wel, en ik vuurde immers geen ontploffings spreuk om albus de slappelach te bezorgen! ‘ik wil dat jullie nu langs de zieken boeg gaan om jullie na te laten kijken op verwondingen, en als jullie daar klaar zijn komen jullie weer hierheen, dan bedenk ik ondertussen wat er met jullie gaat gebeuren’! eindigde hij zijn verhaal. Ik stond op om weg te lopen en zag in mijn ooghoek dat albus achter mij aan liep.

‘ben je wel helemaal goed bij je hoofd! Zomaar ontploffings spreuken op iemand afvuren’! begon albus op eens. ‘houd je kop dicht, en ja ik ben goed bij mijn hoofd’! zij ik geeriteerd. Het was een tijdje stil toen ik plotseling zei ‘ik had je trouwens gewaarschuwd, dan had je me maar los moeten laten’! ‘dus als iemand je vast pakt moet je die genen gelijk vermoorden’? antwoorden hij spottend, en hij begon me weer behoorlijk boos te maken. ‘houd. je. kop’ siste ik, en gelukkig deed hij dat ook, hij voelde zich waarschijlijk bedrijgt.

‘Grote grutjes wat is er met jullie gebeurd’? vroeg madam Pomfrey geschrokken. ‘niks’ mompelde ik chagrijnig. Het kleine rood harige vrouwdje van een jaar of 35 had haar moeder een aantal jaar geleden opgevolgd en was als ik van de verhalen van mijn vader uit moest gaan net zo irritant met haar bezorgdheid en die rot glimlach op haar gezicht!

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen