Hst 6
Zo stonden ze met z’n 5e voor de fabriek om elf uur ’s nachts.
‘Hoe komen we binnen?’ vroeg Tjerk.
‘Laat dat maar aan mij over!’ zei Anke.
Ze pakte een speltje uit haar haar en opende de deur.
‘Zijn vrouwen toch ergens goed voor’ zei Wiebe.
‘Oh’ zei Anke beledigd ‘jij hebt nog niks nuttigs gedaan’
Ze liepen naar binnen.
‘Het is hier donker, ik zie niks, HELP!’ riep Lieuwe.
Opeens hoorde ze een enorme knal en het licht sprong aan.
‘Wat was dat?’ vroeg Wiebe.
‘AU! Mijn hoofd’ zei Lieuwe.
Ze moesten lachen.
‘Nu naar dat kantoor’ zei Hasse.
‘Hoe komen we daar?’ vroeg Anke.
‘Meiden en richtingsgevoel, hopeloos!’ zei Wiebe.
‘Jij bent wel lekker bezig vandaag’ zei Anke.
‘Ik altijd’
‘Sukkel’
‘Wat nou!?’ zei Wiebe.
‘Kappen!’ zei Hasse ‘we moeten dat kantoor vinden’
‘Kunnen we Jeanine niet sms’en, die weet waar het is’ zei Anke.
‘Goed idee’ zei Tjerk.
‘Wie sms’t?’ vroeg Wiebe.
‘Ikke’ zei Anke en ze pakte haar mobiel en toetste wat in. ‘Is dit goed? Ze liet het de andere zien: “Hey, we zijn op excursie in glasfabriek. Waar kantoor directeur? Xxx Anke”
‘Is goed’ zeiden ze. Niet veel later kreeg ze een sms’je terug.
“Heej, oh mocht niet . Kantine, doorlopen, derde deur linkerhand, hij is roze Xxx” las Anke voor.
‘Roze!?’ vroeg Tjerk.
‘Is ie gay ofzo?’ vroeg Lieuwe.
‘Misschien’ zei Wiebe.
Ze volgden de instructies van het sms’je. En zoals gezegd, was de deur roze.
‘Met hartjes!’ zei Lieuwe. ‘Hoe gay wil je het hebben?’
‘Heel gay’ zei Wiebe.
‘Nou Ank, waar is die geweldige haarspeld van je?’ zei Hasse.
Anke voelde in haar haar, ‘niet in mijn haar!’
‘Jezus, dat krijg je als je vrouwen meeneemt!’ zei Wiebe.
‘Kap nou is een keer’ zei Anke. ‘zonder mij stond je hier niet!’
‘Ik heb Jeanine’s nummer ook hoor’ zei Wiebe.
‘Maar geen haarspeldje’ zei Anke.
‘Maar wel een sleutel?’ zei Wiebe.
‘Van de deuren hier?’ vroeg Hasse.
‘Nee, maar daar kun je ook mee prutsen’
‘Nou ga je gang meneertje’ zei Anke.
En Wiebe pakte zijn sleutel en prutste in het sleutelgat. ‘Lukt het?’ vroeg Tjerk.
‘Nee!’ zei Wiebe.
‘Haarspeld nodig?’ vroeg Anke.
‘Heb je die toch?’ vroeg Lieuwe.
‘Hij zat in mijn jaszak’
‘Heb ik voor niks mijn fietssleutel zitten verkloten’ zei Wiebe. ‘Geef hier dat ding!!’
Anke gaf hem het speldje. Klik, de deur was open. ‘Lang leven vrouwenaccessoires!’ zei Anke.
‘Ja, wrijf het er maar lekker in’ zei Wiebe geïrriteerd.
‘Grapje, kom het onderzoek kan beginnen’ zei Anke.
Iedereen onderzocht een ander meubelstuk.
‘Denk je nou werkelijk dat er iets in de bureaustoel zit?’ zei Hasse.
‘Misschien’ zei Lieuwe ‘Je weet maar nooit’
Weer lagen ze in een deuk. Ze bleven verder zoeken toen Tjerk zei: ‘dit is toch het kantoor van de directeur?’
Ze keken op en Hasse liep naar hem toe en nam hem mee naar de deur: ‘Wat staat daar?’ vroeg hij.
‘Directeur. De Heer Janssen’ zei Tjerk.
‘Snelle leerling’ zei Hasse en hij liet Tjerk los.
‘Bedankt dat je me aan zijn naam herinnert, maar in films is het toch vaak dat in het kantoor van de directeur een kluis is’ zei Tjerk.
‘Hier, hij kijkt goeie films’ zei Wiebe.
Vele keken hem raar aan, maar Hasse lag zowat op de grond van het lachen.
‘Is het grappig?’ vroeg Lieuwe.
‘Oh’ zei Wiebe ‘Die heb je gemist’
‘Wat!?’ vroeg Lieuwe.
‘Niks’ zeiden Hasse en Wiebe tegelijk.
‘Het zal wel’ zei Lieuwe.
Toen Hasse weer op zijn benen stond vroeg Anke: ‘Maar waar zou die kluis dan moeten zitten?’
‘Meestal is het in films, dat ze achter een schilderij zitten’ zei Lieuwe.
‘Of er draait of schuift een stuk muur weg’ zei Tjerk.
‘En meestal zit het knopje bij het bureau’ zei Hasse.
Ze liepen naar het bureau toe, onderzochten elk laatje, elk pennenbakje, maar vonden niks.
‘Waar kan die zitten?’ vroeg Hasse en hij leunde tegen de muur.
‘Ik heb geen idee’ zei Tjerk.
‘Jezus’ zei Hasse ‘zo komen we ook niet meer te weten’
En hij sloeg met zijn vuisten tegen de muur.
Baff!!
‘Hasse, kijk uit!’ riep Anke.
Het stuk muur waar Hasse tegenaan stond, schoof een stukje achteruit en draaide naar binnen.
‘We hebben wat gevonden, jongens!’ zei Tjerk.
‘Yeah! Yes!’ riepen de andere.
‘Met dank aan mij’ zei Hasse en hij maakte een buiging.
‘Het zal wel’ zei Anke. En ze liepen naar binnen.
Lieuwe en Anke die vooraan liepen vielen bijna over een kistje heen.
Anke pakte het kistje op.
‘Weer een kistje!’ zei Wiebe.
‘Moeten we nog meer sleuteltjes vinden’ zei Lieuwe ‘We hebben de andere nog niet eens’
‘Inderdaad, zo blijven we bezig’ zei Hasse.
‘Kijk, een kast’ zei Tjerk en hij liep ernaartoe. Hij pakte het handvat en wou hem open doen.
‘Wacht! Dadelijk springt er een monster uit!’ riep Lieuwe.
‘Nog iemand die slechte films kijkt’ zei Wiebe met een zucht. En Hasse lag weer in een deuk.
Anke liep naar Tjerk toe en zei: ‘Open die kast nou maar, er komt geen monster uit!’
‘Dat weet je nooit zeker’ zei Lieuwe ‘Dat was in … ook zo en in …’
‘LIEUWE!!’
‘Wat!?’
‘Mond dicht’ zei Hasse.
‘Als er een monster uitkomt, eet ik jou schoenen op’ zei Wiebe.
‘Zal ik peper en zout alvast pakken?’ vroeg Lieuwe.
‘Kappen! Er komt geen monster uit! Maak maar open’ zei Anke.
Tjerk opende de kast. ‘Zie je nou wel, geen monster’ zei Hasse.
‘Geen schoenmaaltijd voor jou, Wiebe’ zei Tjerk.
Ze moesten lachen.
‘Wat zit er eigenlijk in de kast?’ vroeg Lieuwe.
Tjerk keek erin. ‘Ehm… een mes, een pistool, oude krantenberichten en een sleutel’ zei Tjerk.
‘YES!! Eindelijk een sleutel’ zei Hasse.
De andere kwamen bij de kast staan.
‘Wacht stil is’ zei Hasse.
‘Wat?’ vroeg de andere.
‘Volgens mij hoor ik iemand lopen’ zei Hasse.
‘Kut’ zei Wiebe ‘Kom we nemen dit mee en gaan’
‘Zie je wel, er zijn wel monsters, ren voor je leven!!’ riep Lieuwe.
Anke legde een hand voor zijn mond: ‘Kop dicht!’
‘Pak alles wat daar ligt, vlug!’ zei Tjerk.
Lieuwe pakte alle krantenberichten en liet ze meteen weer vallen.
‘Kluns!’ zei Wiebe. Snel pakte die ze bij elkaar. Ze rende weg.
Eenmaal buiten wou Wiebe zijn sleutels pakken. ‘Kut, mijn sleutels liggen nog binnen!’ zei hij.
‘Die kunnen we niet meer pakken, kom!’ zei Hasse.
Reageer (1)
Anke en Wiebe zijn ook een goed stel
1 decennium geledenEn Hasse en Anke
Verder