Aanval - 14
“Wel, wat gaat er nu gebeuren?”, vroeg de prinses streng.
“We verlaten de stad en wachten op het oordeel van de vuurheer”, zei de admiraal. “Maar we houden jullie in de gaten.”
“Intussen heeft u wel geen eten”, merkte ik op.
“Ik ben bereid jullie van het noodzakelijke te voorzien als jullie buiten de stad blijven, en in ruil voor vijf gijzelaars die ik kies”, zei prinses Yue.
“Wat? Vijf gijzelaars?”, stoof de admiraal op. “Dat dacht u maar. Dan heeft u ons volledig in uw macht, en wij kunnen niets doen, terwijl wij degenen zouden zijn die aanval zouden winnen.”
“Ik wil jullie helpen te overleven, maar daar moet een prijs voor betaald worden”, zei de prinses streng. Ze staarden elkaar woedend aan.
“Misschien kunnen we een compromis sluiten?”, stelde ik voor.
“Waar dacht je aan?”, vroegen ze allebei.
“Jullie hebben allebei gelijk”, zei ik kalm. “De vuurnatie wil niet afhankelijk zijn van de waterstam, maar de waterstam wil iets terug voor wat ze geven. Als onze vloot vlak buiten de stad blijft, kunnen we gemakkelijk het voedsel aannemen. Maar we kunnen ook controleren dat niemand de stad kan ontvluchten, hoewel we waarschijnlijk wel zullen moeten toestaan dat er buiten de stad op voedsel gejaagd wordt.”
“Als het echt moet”, zuchtte de prinses.
“Goed, maar vijf gijzelaars is te veel”, zei de admiraal. Ik aarzelde even.
“Ik denk dat we ongeveer gelijk staan als we dat aantal halveren. Vijf kan natuurlijk niet in twee gedeeld worden, maar de prinses wilde de vijf gijzelaars zelf uitkiezen. Als we er nu eens twee van maken, plus nog een die door ons wordt gekozen.”
“Goed dan”, zei de prinses, met een sluw lachje. “En mijn eerste gijzelaar bent u, admiraal.”
“Wat? Smerige teef!”, schreeuwde hij.
Reageer (3)
dat is toch slim van hen!
1 decennium geledensnel verder
Hehe
1 decennium geledenhahaha
1 decennium geledenlekker voor je admiraal
snel verder