Chapter two - 1
Point of view Noey.
Point of view Nande.
Uit automatisme keek ik naar links terwijl ik een tevreden gaap slaakte. Geen post-it, dus ik had nog wel even tijd. Ik rekte me uitgebreid uit, en liep toen in pyjama naar beneden. Vijf minuten later stond het koffiezetapparaat te pruttelen en had ik een kom yoghurt met een flink laagje suiker in mijn handen. Over mijn eetgewoontes viel te spreken, maar het was tenminste wel lekker. Plots liet ik mijn lepel die net richting mijn mond ging hangen. Ik kreeg weer besef van wat er gisteren gebeurd was. Dat het geen droom was, was het enige waar ik zeker over was. Ik was te laat geweest. Een moment van zwakte kostte me drie cruciale minuten. Toen ik echter ging controleren sloeg de verwarring toe. Het slachtoffer leefde nog. Pas toen er een meisje de achterdeur uit kwam lopen begon het me te dagen. Een meisje met minimaal evenveel kracht als ik had. Een meisje dat mijn lot deelde, mijn noodlot. Zoals ze daar liep met een volwassen man over haar schouder alsof het niets was, daar was geen twijfel over mogelijk. Haar aanspreken durfde ik niet, ze zou me de kans niet geven om het uit te leggen en me vervolgens achterover schieten. Ondanks onze woordeloze ontmoeting bleef haar beeld door mijn gedachten spoken. Het mysterie had ons samen gebracht en ik begreep nog niet helemaal wat daar de bedoeling van was. Zou ik in de nabije toekomst samen moeten werken met dat meisje? Was het de bedoeling dat we een team worden? Ik stopte langzaam mijn kom op de eettafel en plofte toen op de bank neer. Een diepe zucht volgde. Gemakzucht kon je wel vergeten met een leven als dit, dat was wel duidelijk. Ik bleef nog even piekeren tot ik besefte dat mijn koffie al lang en breed klaar was. Geschokt sprong ik op en rende naar het apparaat, waar ik lauwe koffie aantrof. Ook dat nog.
Point of view Noey.
Tevreden zat ik op de bank met mijn benen onder me gevouwen. Telkens als ik een opdracht volbracht had schoot mijn humeur omhoog, ondanks dat ik vaak spierpijn van alle inspanning heb. Zelfs het naverwerken van de zaak vind ik op zo een moment niet erg. Niemand heeft me ooit verteld dat ik dit moet doen, maar toch houd ik van iedere zaak gegevens in een Excel bestand bij. Dit om er achter te komen of er misschien bepaalde patronen zijn. Ik klap mijn powerbook open en begin trouw aan de gebeurtenis van gisteren. Gauw controleer ik of er overeenkomsten in het bestand staan, wat niet het geval lijkt. Het is niet veel werk maar vaak heb ik toch moeite om me er aan toe te zetten. Ik klapte mijn notebook weer dicht en ging verzitten op de bank. Ik probeerde mijn pijnlijke schouders te masseren en besloot vervolgens dat het tijd werd dat ik eens iets ging doen. Opgewekt liep ik naar de gang om mijn jas aan te trekken, en bedacht me dat ik wel eens op zoek kon gaan naar een nieuwe. Deze jas begon al flink te slijten, en bovendien zat er een gat in de stof bij de zak. Ik ergerde me er al weken aan. Gauw knoopte ik hem dicht, en liep toen naar buiten. Even twijfelde ik of ik de fiets zou pakken, maar aangezien het prima weer was besloot ik te lopen. Daarbij komt dat het centrum niet ver weg lag. Opgewekt begon ik aan mijn wandeling, het leek wel alsof alles vandaag met een euforisch laagje was bedekt. Vrolijk glimlachte ik naar een voorbijganger die me ietwat vreemd aankeek, maar ik besteedde er verder geen aandacht aan. Vandaag had ik geen zin in slecht gehumeurde mensen.
Er zijn nog geen reacties.