Eén
Luid geroep en geschreeuw klonk er in het dorp, en het werd harder en luider, hoe dichterbij ze bij haar huis kwam. Haar blik was al die tijd op de grond gericht, maar toen ze opkeek en de rook in de lucht zag, liet ze alles vallen wat ze in haar armen had. Donkere wolken, nee... Donkere rookwolken, waarvan de oorzaak vuur was!
Meteen ging ze erheen, het leek wel van haar wijk te komen. Haar ouders, zusje!
Zo hard als ze kon rende ze, en kwam hijgend aan, nadat ze een paar keer over haar eigen voeten was gestruikeld.
Tranen prikten in haar ogen, terwijl ze huilend de naam van haar ouders en zusje riep. Zonder nadenken liep ze dichterbij en rende toen het brandende huis in. Behendig liep ze tussen de vuren door, verder naar binnen, terwijl er achter haar allemaal mensen haar naam riepen.
Ze keek om zich heen, haar ouders en zusje zoekend: Ze waren niet buiten geweest, anders had ze dat meteen opgemerkt.
Rustig ademde ze in en uit, terwijl haar hand haar neus en mond bedekte. Nogmaals riep ze haar ouders en zusje, maar zoals verwacht kreeg ze geen antwoord.
Ze liep verder door het huis, het vuur proberend te ontwijken, en trof haar ouders en zusje uiteindelijk aan op de grond, in de woonkamer.
Ze liet zich op haar knieën vallen, schudde haar ouders en zusje door elkaar, terwijl een stortvloed van scheldwoorden en gejammer over haar lippen gleed. Haar ouders waren niet te redden, haar zusje ook niet... Alledrie waren ze van het leven beroofd, door gebrek aan zuurstof.
Toen het licht in haar hoofd werd, schoot ze omhoog, terwijl haar hand alweer naar neus en mond bedekte. Vluchtig veegde ze de tranen die over haar wangen rolden weg, en verliet zo snel mogelijk het huis. Buiten viel ze op de grond, snakkend naar zuurstof.
Er zijn nog geen reacties.