Chapter two. Irritation, magic, and lots of red hair. 2.11
Na urenlang intensief in de bibliotheek gezeten te hebben, waren we dan eindelijk een stuk opgeschoten met onze verslagen. Ik had Ron erop betrapt dat hij soms mijn perkament bekeek en daarna, heel verdacht, ineens inspiratie kreeg voor zijn eigen verslag. Toch nam ik het hem niet kwalijk, aangezien hij wel vreselijk hard had zitten werken. Het wilde zijn verslag goed hebben, waardoor hij voor een keer niet zo dom zou lijken. Natuurlijk was het overduidelijk voor wie hij dit wilde doen, maar dat zou hij natuurlijk nooit toegeven.
‘Ik heb hem af! Victory!’ riep Ron ineens, vanuit het niets.
‘Wow, goed gedaan. Ik had niet verwacht dat je het zo lang zou volhouden. Ik had verwacht dat je me op de helft op je knieën zou smeken om het af te maken..’
‘Wat een vertrouwen,’ zuchtte hij.
‘Ik denk dat je hier meer mensen positief mee zult verassen!’ knipoogde ik naar hem, terwijl ik overdreven met mijn wenkbrauwen wiebelde.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg hij verward.
Ik zuchtte even. Was hij nou echt zo dom, of deed hij maar alsof?
‘Hermione zal je vast bespringen als je vertelt hoe goed je bezig was,’ grinnikte ik.
‘H-hoe be- bedoel je? Ik eh, waar h-heb je het over? Waarom zou ze dat doen?’ stotterde hij.
Ik haalde mijn schouders op, terwijl ik nog steeds overdreven met mijn wenkbrauwen aan het wiebelen was. Hij liep rood aan, tot hij ongeveer dezelfde kleur als zijn haar had, en liep snel de bibliotheek uit. Ik grinnikte nog even na, tot ik me bedacht dat ik nog een paar kantjes werk te doen had. Ik sloeg mijn boeken opnieuw open en bladerde ze door, hopend nog een klein beetje informatie te vinden, zodat mijn verslag misschien nog wat langer zou worden.
Met een glimlach zette ik de laatste puntjes op de “i”, waarna mijn verslag eindelijk af was. Ik kon trots op mezelf zijn. Ik sloeg mijn boeken weer dicht en wilde net opstaan om ze weer terug te zetten. Dit idee werd echter verhinderd door de klap van de deur die openging, die iedereen deed opschrikken.
‘Daar is onze nieuwe beste vriendin,’ hoorde ik een stem door de gehele bibliotheek heen schreeuwen.
Twee bekende redheads kwamen mijn kant al op gerend, terwijl mevrouw Pince ze achterna zat, schreeuwend dat er niet geschreeuwd mocht worden in de bibliotheek. Dat was dus lekker dubbel, ze schreeuwde de longen uit haar lijf op het moment. Ik besloot er verder geen aandacht aan te besteden en negeerde ze, hopend dat ze weg zouden gaan en mij mijn verslag zouden laten afmaken.
‘Eruit, eruit, eruit! Voor de laatste keer!’
‘Een momentje!’ zei George onschuldig.
Ze kwamen beide met een onheilspelende grijns mijn kant op lopen. Ik deed nog steeds alsof ik ze niet hoorde, hopend dat het zou werken en ze weg zouden gaan, maar dat geluk had ik weer eens niet. George pakte me bij mijn oor vast, terwijl Fred mijn spullen oppakte. Zo werd ik de bibliotheek uitgetrokken.
‘Au, au, au,’ schreeuwde ik.
‘Wat is er?’ vroeg George onschuldig.
‘Niets, op het feit na dat er een idioot aan mijn oor hangt,’ zuchtte ik.
‘Oh echt? Wat een sukkel,’ zei George grijnzend.
Eindelijk liet hij mijn oor los, waarna ik zag dat we bijna bij de grote zaal waren aangekomen. Ik keek de tweeling zuchtend aan. Wat waren ze nou weer van plan?
‘Oké, vertel. Waar was deze actie voor nodig?’
‘We verveelden ons, dus besloten we jou te zoeken,’ grijnsde George.
‘Dus toen we je in de bibliotheek zagen, moesten we je wel redden. Het zag er zo saai uit,’ vulde Fred aan.
‘Bedankt,’ zuchtte ik.
‘Graag gedaan, my lady,’ grijnsde Fred, terwijl hij één of andere vage buiging maakte.
Verveeld keek om me heen, toen mijn maag ineens begon te grommen. Ik had al de hele dag al niets gegeten, dus ik was nu behoorlijk hongerig. Mijn maag was duidelijk in opstand, want hij besloot nogmaals eens van zich te laten horen. Ik keek beschaamd naar de grond, dit was niet bepaald charmant.
‘Honger?’ grijnsde George.
‘Nee,’ mompelde ik.
‘Wat hoorde ik dan?’ vroeg Fred met een glimlachje.
‘Een beer?’ probeerde ik.
Even werd ik raar aangekeken door de tweeling, ik probeerde zo serieus mogelijk te kijken. Ineens begonnen ze gillend rondjes te rennen, terwijl ze riepen; “Beren!’. Ineens stond Fred stil en keek me serieus aan.
‘Misschien smeren ze wel brood voor je..’
‘Wat?’ mompelde ik verbaasd.
Opeens begon Fred een muggle-kinderliedje te zingen –waarvan ik geen idee had hoe hij het kende, genaamd; “Ik zag twee beren broodjes smeren”. De tweeling liep, nu dansend en zingend, met mij aan de arm door het kasteel. Er werden allerlei vreemde blikken op ons geworpen, maar dat leek ze niet te deren.
‘Waar gaan we heen?’
‘Verassing!’ riepen ze in koor.
Zuchtend liep ik achter ze aan, totdat we ineens stopten bij een schilderij met fruit.
‘Tada!’
‘Wauw, hebben jullie me nou meegenomen naar een schilderij van fruit? Wat attent!’ zei ik sarcastisch.
‘Nee, dit is een doorgang. Kietel de peer eens,’ zei Fred bloedserieus.
‘Je wilt dat ik een peer kietel?’ zei ik lachend.
‘Ja, toe nou maar.’
Ik keek hem vaag aan, maar besloot hem toch het voordeel van de twijfel te geven. Ik boog me voorover, met mijn handen naar het schilderij. Bij de peer hield ik halt en liet ik mijn hand er zachtjes overheen strijken. De peer begon een vreemd gegiechel uit te stoten, waarna het schilderij openging. Een doorgang was zichtbaar en wanneer we er doorheen liepen kwamen we terecht in een immens grote keuken. De keuken van Hogwarts.
‘Hoe weten jullie dit?’ zei ik verbaasd.
‘We hebben connecties.’
Ik keek ze even bewonderend aan, dit was echt de hemel. Een huiself kwam op ons af en maakte even een nette buiging.
‘Heren Weasley en een mooie dame,’ begroette hij ons.
‘Evanthe James,’ stelde ik me netjes voor aan de huiself.
Normaal deed ik dit nooit, zo vriendelijk omgaan met huiselven. Deze keer had ik echter geen keus, ik moest wel, als ik Fred en George niet aan het twijfelen wilde brengen. Dus zette ik alles opzij en besloot de huiselfen hier normaal te behandelen. De huiself knikte even en boog nogmaals.
‘Mogen wij wat chocolade-ijs? Heel veel chocolade-ijs!’ vroeg George beleefd.
‘Natuurlijk, meneer Weasley!’
De huiself was meteen verdwenen, verbaasd keek ik hem na. Ging het nou echt zo makkelijk? Waarom had ik dit nooit geweten? Dit was geweldig!
Fred keek me grijnzend aan, ‘Zoals ik al zei; onderschat nooit de kracht van een roodharige tweeling.’
Reageer (10)
wij hebben wel een tweeling op school , maar niet zo geniaal
1 decennium geledenit
1 decennium geledenEcht gigantisch snel verder, het is te mooi (:
1 decennium geledenYES!! Ik hou zo van je hoodstukken met de tweelingen! Je hebt hier echt talent voor! Love it!
1 decennium geledenhihi, echt super<3
1 decennium geleden