Hoofdstuk 14 - Terugreis naar De Varden

Megan p.o.v

'Kom op slaapkop! Wakker worden! Saphira en Ariana zijn al klaar om te vertrekken!' Megan sjorde de dekens van zijn bed af. Snel bedekte ze haar ogen, 'Shit! Jongens hebben natuurlijk geen nachtjapon aan!' dacht ze. Terwijl ze zich herrinerde hoe haar vader wel een door het huis liep in zijn ondergoed als hij net uit bed kwam. Eragon schrok wakker en keek Megan aan. Ze kon het gewoon niet helpen, om zo nu en dan even te spieken. Eragon begon te blozen en greep snel het deken terug. 'Ik heb al wat ontbijt voor je in je tas gedaan, kun je onderweg wel opeten' Zei Megan terwijl ze niet probeerde te glunderen van oor tot oor terwijl ze zijn kamer uit liep.

Na een kleine tien minuten zaten ze beiden klaar, Eragon op Saphira en Megan op Ariana. 'Wedstrijdje?!' Vroeg Megan uitdagend aan Eragon. Voor Eragon antwoord gaf zoefde hij er al vandoor op Saphira! 'Valsspeler!' Schreeuwde Megan. 'We pakken ze!' Zei Ariana uitdagend tegen Megan. Met een luide brul van Ariana erbij zoefde ook Megan de lucht in. Ariana vloog zo hard als ze kon en haalde Saphira in, maar toen nam Saphira weer het voortouw. 'Kom op oudje!' Schreeuwde Megan richting Eragon. Het was een echte nek- aan nek- race. Binnen no-time kregen ze De Varden in zicht. Ze landden naast de grote eik en namen afscheid van Ariana en Saphira die vertrokken naar hun slaapplek. Eragon keek naar Megan, 'Ik ga nog even naar boven toe.' Megan knikte en ze liepen uit elkaar. Voorzichtig klom Eragon alle treden omhoog. Hij ging op de rand van het plateau zitten en keek naar de lucht. Hij dacht terug aan alle dingen die de laatste dagen gebeurd waren. 'Als je de hele tijd aan diegene denkt en bij haar wilt zijn.' Die woorden dwarrelden als een lange echo door zijn hoofd heen. Precies, het waren de woorden die Megan aan Eragon had verteld. 'Ik hou van haar!' Zei hij hardop. 'Ik hou van Megan' Zei hij zachtjes, terwijl hij diep aan het nadenken was.