Opdr. 3 [Birdyx]
And I'll be wearing white when i come into your kingdom
im as green as the ring on my little cold finger,
I've never known the lovin of a man
But it sure felt nice when he was holdin' my hand
there's a boy here in town says that he'll love me forever
Whoever thought forever could be severed by
The sharp knife of a short life well I've had just enough time
De lichtblauwe, strakke hemel boven ons was zo helder dat er haast geen wolken waren die de felle zon voor ons verborg. Terwijl ik mijn vingers door de zijne had verstrengeld, streelde hij met zijn andere hand langs mijn gezicht. Met mijn ogen gesloten, liggend in het hoge gras, dacht ik aan de tijd die we samen hadden doorgebracht. Hij was iemand die nooit het genoegen nam met alleen de zachte aanraking van mijn hand, voor hem was het pas voldoende als onze vingers elkaar omsloten, alsof we elkaar nooit meer los zouden laten. Hij had op een koele zomeravond zacht in mijn oor gefluisterd, dat de ruimte tussen zijn vingers er was zodat ik die kon opvullen met de mijne. Na die woorden had hij mijn hand teder vastgepakt en heel de avond niet losgelaten. Ik glimlachte bij de gedachte aan die avond. Het was perfect. Hij was perfect. Dit was perfect. 'Catharina?' De zachte, sensuele klanken van zijn stem deden me ontwaken uit mijn dagdroom. Ik draaide mijn hoofd, zodat zijn prachtige groene ogen me konden aankijken. Ik glimlachte. Zijn ogen waren de bijzonderste kijkers die ik ooit had gezien. Ze hadden een donkergroene tint, waarin allerlei kleine bruine stipjes in ronddwaalde. Terwijl hij zuchtte legde hij zijn hand op mijn wang. 'Lieve Catharina, ik heb nog nooit zo'n bijzondere vrouw als jou ontmoet, ik hou zo verschrikkelijk veel van je, dat ik soms denk dat mijn hart het gaat begeven. Je weet hoe mijn vader is, hij zal ons nooit accepteren, maar dat maakt me niets uit, ik wil er voor je zijn, ik zal van je houden, voor eeuwig.' Mijn adem stokte in mijn keel toen hij mijn hand vastpakte en me hielp opstaan. Hij zakte op één knie en liet me de prachtigste ring zien, die ik ooit in mijn leven had gezien. De ring was van glimmend zilver met een prachtige steen, met dezelfde kleur als zijn ogen. Een traan dwaalde langs mijn ooghoek naar beneden. 'O Maurits.' Meer woorden kon ik niet uitbrengen, met een glimlach gesierd rond mijn mond en tranen in mijn ogen sloeg ik mijn armen om zijn lichaam. Hij drukte zijn lippen vurig op de mijne en pakte mijn hand teder vast. 'Mijn liefste, ik wil voor eeuwig bij je zijn, ik wil je liefhebben en kinderen met je krijgen, ik wil samen oud met je worden en samen onze kinderen en klein kinderen zien opgroeien.' Ik knikte gelukzalig en zodra hij de ring om mijn vinger had geschoven, sloeg ik mijn armen weer rond zijn nek. 'Ik hou van je' fluisterde ik zacht in zijn oor. 'Ik hou zoveel van je.'
Ik liet mijn verloofde los en fatsoeneerde mijn jurk. 'Hij moet het weten Maurits' zei ik zacht terwijl ik zijn hand vastpakte. 'Ik wil niet dat hij zich ermee bemoeit Catharina, hij heeft het recht niet om te beslissen met welke vrouw ik me huw.' Ik zuchtte en wende mijn blik af. Hij was koppig, een eigenschap die hij van niemand minder dan zijn vader had geërft. Zijn vader, een man met een grote invloed op het volk, iemand waar je respect voor had, maar waar je tegelijkertijd voor vreesde. Zijn vader was het nooit eens geweest met het feit dat Maurits van een simpele vrouw als mij hield. Ik was immers maar een gewone dienstmeid van de familie van Oranje. Ik kreeg soms zelfs het idee dat hij van me walgde. 'Mijn dierbare zoon verliefd op de dienstmeid, wat een schande' had hij op een avond tegen zijn vrouw geschreeuwd. Maar ik geloofde er heilig in dat hij me zou accepteren, als hij van zijn zoon te horen kreeg, dat onze liefde meer was dan alleen maar een simpele verliefdheid. 'Hij is je vader Maurits, hij wil het beste met je voort en het is aan ons om te laten zien dat dit het beste is.' 'Hij houdt van je Maurits, je bent zijn zoon en je bent belangrijk voor hem' zei ik terwijl ik langs zijn wang streelde. 'Ik wil niet dat hij met de haat in zijn ogen naar je kijkt Catharina, dat sta ik niet toe.' 'Ben je daar bang voor Maurits, ben je bang dat hij me pijn doet met zijn woorden?' 'Ik ben wel wat gewend mijn lieveling, en ik kan best voor mezelf opkomen.' Maurits schudde zijn hoofd. 'Hij zal je de grond in boren Catharina, en ik zal het mezelf nooit vergeven als hij je pijn doet.' Ik glimlachte en pakte zijn gezicht teder tussen mijn handen. 'Laat me met hem praten, ik zal hem doen inzien hoeveel we van elkaar houden.' Maurits keek naar de grond. Hij wist dat ik zo standvastig was als het maar zijn kon, maar was vreselijk bang dat zijn vader me op de een of andere manier pijn zou doen. 'Laat me met je meegaan, ik wil niet dat je alleen gaat, ik kan geen minuut meer zonder je' zei hij terwijl hij zijn armen om me heen sloeg. Ik duwde hem van me af en kuste hem teder op zijn wang. 'Ik moet alleen gaan mijn liefste, hij zal alleen maar bozer zijn als hij ons samen ziet, het zal me lukken, ik zal met je trouwen' zei ik zacht terwijl ik hem nog één keer vurig kuste en hem toen losliet. 'Nog even en ik zal je vrouw zijn mijn liefste, we zullen voor eeuwig samen zijn.'
Het viel niet te ontkennen. Ik was zenuwachtig voor wat komen ging. Maar ik moest dit doen, voor Maurits, voor mezelf, voor ons samen. De hakjes van mijn schoenen maakte een ritmisch geluid wanneer mijn voeten de stenenvloer van het gebouwencomplex aanraakte. Ik had altijd al bewondering gehad voor het Prinsenhof. De architectuur van het gebouw was bijzonder en speciaal. En de tuin, waarin ik zonet nog met mijn verloofde lag, was een echte blikvanger. Deze plek had iets magisch, iets betoverend. Maar nu hing er een ijzige sfeer, die ik niet kon verklaren, alsof er iets ging gebeuren. Naarmate ik dichter bij de etenszaal kwam, waar Meneer van Oranje samen met zijn vrouw, zus en dochter, zat te dineren, werd ik steeds nerveuzer. Wie weet in wat voor bui maurits vader verkeerde, maar één ding wist ik zeker, het ging een moeilijk gesprek worden.
Net toen ik de trap die naar de eetzaal leidde wilde betreden zag ik hem. De man die zowel gevreesd als geliefd werd. 'Catharina, wat doet u hier?' vroeg meneer van Oranje verbaasd. 'Ik wil met u praten' zei ik met een stem die zowel klein als krachtig klonk. 'Het gaat over Maurits.' Ik wende mijn blik af, bang voor de haat in zijn ogen. 'U weet hoe ik daar over denk Catharina, er valt niets te...' Stilte, een ijzige stilte, eentje die er niet hoorde te zijn kwam me tegemoet. Terwijl hij me woedend aankeek, wees hij met een priemende vinger naar mijn hand. 'Hoe kom je hieraan?' snauwde hij terwijl hij mijn hand ruw vastpakte. 'Ik heb het van uw zoon gekregen, het is mijn verlovingsring' zei ik terwijl ik mijn hand terug trok. 'Leugenaar, deze ring was van mijn vrouw en jij hebt hem gestolen' schreeuwde hij. 'Nee meneer, ik zou niet durven, Maurits heeft me met deze ring ten huwelijk gevraagd en ik zei ja, we gaan trouwen meneer en er is niets wat ons tegen kan houden' zei ik standvastig. 'Luister Catharina, je kunt niet met mijn zoon trouwen, hij is van adel en u niet, het is onmogelijk.' Ik zuchtte en schudde mijn hoofd. 'Ik hou van Maurits, niet om zijn geld of om zijn invloed en macht, want eerlijk gezegd zou ik liever willen dat hij een simpele man was, want dan nog zou hij het dierbaarste en prachtigste geschenk van mijn leven zijn.Ik zal met uw zoon trouwen, ik zal heb lief hebben en hem kinderen geven, maar ik hoef niets van uw rijkdom, ik vraag alleen om uw toestemming.' Hij zuchtte en dacht na. Na een tijdje pakte hij mijn hand vast, deze keer teder en zacht. 'Beloof me dat je hem al je liefde zult geven, dat je hem zult steunen in een oorlog en hem zal verzorgen als hij ziek is, hij is mijn zoon Catharina en ik wil het beste met hem voort.' Hij glimlachte. 'En je hebt me laten inzien dat jij hem alles zult geven, je houd echt van hem is het niet ?' 'Met heel mijn hart meneer.' Hij knikte en kneep even zachtjes in mijn hand. 'Maak hem gelukkig Catharina, maak hem gelukkig.' Ik glimlachte en omhelsde met tranen in mijn ogen de vader van mijn verloofde. 'Dankje, Dankje Willem, ik...'
Een ijzige pijn nam mijn lichaam over. Mijn hart dat zonet nog gevuld werd met warmte, werd nu zo koud als ijs. Ik keek naar Willem, die met dezelfde pijnlijke uitdrukking naar mij keek. Onze lichamen gleden naar beneden en kwamen met een dof geluid op de grond neer. Ik liet een moeizame glimlach rond mijn mond zien, maar de tranen in mijn ogen, die zowel van de pijn als van het verdriet stroomde, namen het van de kleine glimlach over. Ik zou Maurits nooit meer in mijn armen kunnen houden, ik zal nooit meer zijn lippen kussen, ik zal nooit kinderen met hem krijgen en we zouden nooit samen oud worden. Ik stierf hier, samen met zijn vader. Maar ik was de gelukkigste vrouw van de wereld. Mijn verloofde, die nooit mijn man zou worden hield onvoorwaardelijk van me en zijn vader zag dat nu eindelijk in.
Reageer (1)
Wauw. Ik ben even prakeloos. Net zoals PrincesSnape heb je een nieuw personage tot leven gebracht en je eigen verbeelding zijn werk laten doen. Je hebt het verhaal prachtig gebracht, de belangrijkste dingen verteld en mooie verhaallijn neergeschreven.
1 decennium geledenJe schrijfstijl is lekker vlot en sleurt je, ookal wil je niet, door het verhaal. Je blijft lezen en lezen tot je tot de ontdekking komt dat het verhaal ten einde is. Een pareltje van een inzending!