Ch. 72 Oorlog
Winter
‘Hoe bedoel je?’ stillaan begin ik geïrriteerd te raken. Kan hij nu niet gewoon zien dat zij niet goed voor hem is? Dat ik veel beter ben? ‘Winter?’ ik kijk hem even boos aan waarna ik weer weg kijk. Waarom kan hij nu niet gewoon begrijpen dat ik van hem hou? Zodat hij kan zeggen dat hij ook van mij houdt. Dat zou alles zoveel makkelijker maken. Liefde is ingewikkeld zei mijn moeder altijd, op mijn vierjarige leeftijd had ik haar nooit geloofd. Waarom zou liefde ingewikkeld zijn? Het is toch maar gevoel? Nu besef ik dat ze helemaal gelijk had. Dat liefde het meest gecomplixeerde gevoel is op aarde. Vooral als de liefde dan maar van één kant komt, zoals bij mij. ‘Winter?’ zijn hand omsluit mijn arm zodat ik weer omhoog kijk. ‘Je hebt me wel gehoor’ ik ben boos, nee kwaad. Waarom begrijpt hij het niet? ‘Ja, ik heb je gehoord. Maar kan je het misschien ook uitleggen?’ ook hij begint nu geïrriteerd te raken. Iets wat ik goed kan begrijpen. ‘Wat valt er aan uit te leggen op het punt na dat ze niet bij je past’ ‘Waarom zou ze niet bij me passen? We zijn gelukkig samen, laat ons dat zijn zonder je te bemoeien in onze relatie’ hij begint te roepen. ‘Je bent gelukkig samen?’ het is duidelijk dat ik met hem aan het lachen ben. ‘Je bent gelukkig met haar?’ nu verhef ook ik mijn stem. ‘Maak dat de kat wijs’ woedend zet hij een stap naar voor waardoor maar enkele luttele centimeters ons nog scheiden. ‘Waarom kan je me niet geloven? Ik dacht dat je mijn beste vriendin was!’ hij is niet enkel meer geïrriteerd maar boos. Nee niet boos, zelfs niet kwaad. Hij is woedend. Woedend op mij, zijn beste vriendin. ‘En ik dacht dat beste vrienden naar elkaar zouden luisteren en er altijd voor elkaar zouden zijn! Je hebt me weken genegeerd! Zij houdt je weg van mij’ verdriet verschijnt op mijn gezicht. Niet dat hij daardoor rustiger gaat doen, integendeel ik begin hem helemaal op te fokken. ‘Zij houdt me weg bij je? Ik bepaal nog altijd zelf wat ik doe en niet doe’ ‘Natuurlijk, daarom heb ik je weken niet gesproken’ we blijven elkaar woedend aan kijken.
Hoe zijn we op dit punt, waar we elkaar aan het uitschelden zijn, beland? Het is de eerste keer in weken dat hij nog iets tegen me zei en ik, het idiote kind, ben niet blij maar word geïrriteerd omdat hij me eindelijk nog eens opmerkt. Natuurlijk was ik blij dat hij me opmerkte, maar de manier waarop hij met me begon te praten, alsof hij me geen weken genegeerd had, irriteerde me. En geloof me, op dit moment word ik door het minste geïrriteerd. Ik heb hem mee getrokken naar een of ander leeg klaslokaal en ben toen mijn verhaal beginnen doen. Ik heb alles verteld wat ik te vertellen had. Alles wat me irriteerde vertelde ik. Zoals ik altijd deed, normaal gezien helpt hij me met mijn problemen maar nu vind hij dat ik overdrijf. Wat me irriteert is zijn vriendin, op zich heb ik niets tegen haar. In tegendeel, ik vind haar een van de liefste meisjes van de wereld maar samen met hem is ze een grote bitch.
‘Winter!’ weer pakt hij mijn onderarm vast. ‘Wat?’ hij laat mijn arm los en schud dan zijn hoofd. ‘Niets’ ‘Nee, wat?’ normaal gezien zoek ik geen ruzie. En dan zeker niet met mijn beste vriend maar op dit moment ben ik zo geïrriteerd en kwaad omdat hij niet wilt begrijpen dat zijn vriendin niet bij hem past dat ik niets anders kan dan ruzie zoeken. De regen klettert tegen het vensterraam, bliksem schiet uit de hemel en de wolken zijn donker, donker zwart gekleurt. De donder zorgt ervoor dat elke stilte opgevult wordt. ‘Niets, dat zei ik toch’ ‘Jawel’ ‘Waarom kan je haar niet hebben? Je hebt altijd gezegd dat ze een van de liefste meisjes van de wereld is’ ‘Dat is ze ook’ ‘Wat heb je dan tegen haar!’ ik zet twee stappen vooruit, neem zijn hoofd vast en druk vervolgens ruw mijn lippen op de zijne. Het maakt me niet uit dat hij niet terug kust, hij moet weten wat ik voor hem voel. Verbaasd duwt hij me van zich af. ‘Winter, wat?’ ‘Ik hou van je, dat heb ik altijd al gedaan. En om je dan met haar te zien en om te zien hoe ze je van me weg houdt. Ik ga er aan kappot’ tranen rollen over mijn wangen heen. Ze beginnen nog sneller te rollen als ik merk dat Fred de kamer uit beent, zo snel mogelijk dat ik hem amper zie bewegen. Ik zak op mijn knieën op de grond. Hij is weg en hij zal niet terug komen.
Dit hoofdstukje is raar en dat weet ik ook. Ik zat gewoon met dit idee in mijn hoofd en het moest er zo uit komen, het moet ook raar zijn, want dat is het in Winters ogen ook. Maar sorry voor het slechte stukje.
Ik schaam me trouwens zo erg! Ik heb echt al veel te lang niet meer aan deze story geschreven. Dit stuk is trouwens zeker meer dan een half jaar oud, mijn schrijfstijl is denk ik erg hard verandert (; Maar ik beloof jullie dat ik na mijn examens (ze eindigen donderdag, ik moet nog vijf examens afleggen) terug begin te schrijven aan deze story. Ik ga hem sowieso afschrijven, het maakt me niet uit hoe lang het duurt ik schrijf hem af. Hopelijk zijn jullie niet te boos op me en hopelijk duurt het weer niet zo lang (;
Reageer (2)
Ik ben heel trots op jou dat je dit verhaal nog wil afschrijven. De meesten zouden gewoon stoppen. Het spijt me dat ik m'n niet sneller heb gelezen, maar als je je pb's heb bekeken, begrijp je wel waarom
1 decennium geledenwat 'n triestig deel. Poor Winter, poor Fred. Nu ja, ik ben meer dan zeker dat je het wel weer goed laat lopen
Snel verder, zou ik zo zeggen. Of misschien gewoon verder (je begrijpt wel wat ik bedoel). Ik blijf sowieso fan, hoe lang het ook duurt!
hihi, super stukje hoor! Maak je maar geen zorgen
1 decennium geledenSnel weer verder en succes nog even!!