10 uur
Nieuwsgierig loop ik de gang door en volg het geluid naar een kamer. De kamer had wel wat weg van een studeerkamer of een leeskamer. Voorzichtig loop ik naar een staande slingerklok van ongeveer een meter. De wijzers van de klok gaven precies tien uur aan. Ik rijk voorzichtig met mijn vinger naar de wijzerplaat."Bwam !"weerkliknt eruit de gang. Ik trek snel mijn vinger terug en ren naar de gang toe. Alles ligt nog precies zoals het lag toen ik de gang uitliep."Auw."hoor ik van achter de deur."Rot deur ga nou open."schreeuwt Raito boos en ik zucht hoofdschuddend."Je scheld een deur uit."zeg ik lachend en loop weer de andere kamer in. Ik bekijk de kamer onderzoekend. De oude gordijnen vol scheuren ,de versleten planken waarop ik loop ,de kast waarop duizende beeldjes en tig verscheurde en gebroken foto's staan. Ik vind naast de deuropening in een donker hoekje een licht knopje en klik hem aan. De lampen beginnen te knipperen. Plots flitsen beelden voor me ogen. De beeldjes worden kapot geslagen en gordijnen verscheurd. Een duistere schaduw trekt door de kamer en laat een spoor van verwoesting achter. Ik schrik op en kijk naar de lichtknop. Er is iets op gekrast."Bam !"weerklinkt er weer uit de hal en er volgt veel gemopper. Het is een C met een streep erdoor om de twee uiteindes aan elkaar te verbinden en nog een streep horizontaal erdoor heen. Ik kijk om me heen en ik begrijp er niks van. Ik volg de horizontale lijn en zie dat hij naar de klok wijst. Snel loop naar de klok toe en kijk er naar. Er zou toch wel een hint hier ergens zijn. Bedenk ik me en probeer achter de klok te kijken. Ik pak de klok vast en probeer hem met alle kracht te verplaatsen ,maar hij komt geen milimeter van zijn plek. Boos stamp ik op de grond en trek nog harder. Plotseling verlies ik mijn grip en ik mijn handen schieten van de klok af en met een knal vlieg ik op de grond. Mijn blik valt plots op de slinger. Hij slingert langzaam langs me en weerspiegelt wat tekst wat achter moet staan. Ik draai me snel om en op de muur staat in bloederige letters geschreven:
Bij de elfde slag.
Begint de jach.
Het valt me meteen op dat jacht verkeert gespeld is en het niet goed gerijmt is ,maar ja wie let daar nou weer op als je doodsbang bent ?Ja ,ik natuurlijk. Denk ik en haal me schouders op. Ik sta snel op en veeg me handen af aan me zwarte rok die net iets boven mijn knieën eindigt. Snel loop ik naar de muur en kijk naar de tekst. Dit heeft precies dezelfde handschrift als de tekst op de kaptafel. Verwoekerd beginnnen er beelden door mijn hoofd te spoken.
Een meisje ongeveer mijn leeftijd ze gooit angstig een deur dicht en rent daarna haastig de trap af. Zoekend kijkt ze om haar heen en rent dan de hal door en dan de kamer met de slinger klok. Het meisje verstopt zich vlug achter een kastje bij de vleugel en kijkt angstig naar de deuropening. Plots verschijnt daar iets in de deuropening maar ze duikt helemaal achter kast en gaat met haar rug tegen de kast aaan zitten zodat ik niet kan zien wat het is. Plots slaat de klok elf keer en ik realiseer me dat het helemaal niet klopt. Bij de elfde slag ,begint de jacht. Maar het meisje wordt al opgejaagt en het is pas net elf uur geweest. Ik trek me los uit het visioen en kom weer terug in deze tijd. Vlug kijk ik naar de klok. Kwart over tien geeft hij aan en de seconde wijzer tikt vrolijk verder. Boos loop ik naar de plek waar het meisje zich verstopt had. Ik kijk naar het kastje er staat een stoffige foto op en er zit een heel klauwspoor op. Mijn hand raakt het koude levenloze hout aan en plots hoor ik een doffe klap. Snel draai ik me en zie een schaduw naar me kijken in de europening. De schaduw rent snel weg de gang in en ik ren hem snel achterna. In de gang zie ik nergens de schaduw en ik hoor gestommel boven me. Voorzichtig loop ik de krakende trap op en knip in mijn vingers en hou mijn hand voor me uitgestrekt. De overloop is donker en ik zie de schaduw een kamer binnenglippen. Vlug maar voorzichtig loop ik over de overloop naar de kamer en hou mijn hand op om de kamer een beetje te verlichten. In de kamer staat een groot hemelbed ,een grote houten kast ,twee nachtkastjes met ieder een oude stoffige lamp erop. Plots hoor ik gesnik. Ik loop de kamer in en er zit een klein meisje voor het grote hemelbed te snikken.
"Gaat het ?"vraag ik voorzichtig en het meisje schrikt op. Haar ogen vol tranen en haar wangen warm van het huilen. Ze kijkt me angstig aan door de lokken haar die voor haar gezicht bungelen.
"Gaat het ?"vraag ik weer en steek mijn hand uit. Ze veegt haar tranen weg en knikt. Ik steek mijn hand nog iets verder naar voren ,maar schud haar hoofd. Ik besluit dus naast haar op mijn hurken te zitten.
"Heb jij die tekst op de kaptafel en de muur geschreven ?"vraag ik en kijk haar aan. Ze haalt haar neus op en knikt. Ik pak haar handen vast en kijk haar recht in de ogen aan.
"Weet jij ook hoe ik hier weg kom ?"vraag ik nieuwsgierig ,maar ze schudt verdrietig met haar hoofd en de lokken slingeren heen weer over haar gezicht.
"Wat is dat monster waar je over schreef ?"vraag ik en ze kijkt me angstig aan. Ze staat op en ze schudt angstig haar hoofd. Daarna rent ze weg. Ik kijk haar na en ga tegen het voeteneind van het hemelbed zitten. Ik had nooit over het monster mogen beginnen. Denk ik en de klok slaat een keer. Half elf.
Reageer (1)
Zij is het monster!! Ja, ik verdenk nu iedereen ... Hmm, ik kan er niet tegen!!! Stom monster!! Tenzij het een ww is hea? Ik houdt van weerwolven
1 decennium geleden