Hoofdstuk 7

'Gelukkig is het schooljaar voorbij.' zei ik opgelucht terwijl ik in een stoel aan de haard zat.
'Carlo!' gilde ik en rende naar de jongen die in de deuropening stond.
Tranen gleden over mijn wangen, ik wist wat hij ging zeggen.
'Ik, we moeten, ik mag niet met je omgaan van mijn vader.' fluisterde hij en keek in mijn ogen, waar nog steeds tranen verschenen.
'Maar... Dus we moeten het uitmaken?' zei ik.
'We kunnen beste maatjes blijven?' zei Carlo en gaf me mijn allerlaatste zoen.
'Ja, dat kan.' met een bedroeft gezicht ging ik weer in de stoel zitten, en Carlo zei 'Ik zie je volgend schooljaar.' en liep weg.
'Dus Kannewasser heeft het uitgemaakt? Ik weet wel een vervanger.' zei Malfidus die uit het niets was verschenen.
'Laat maar, vriendje of geen vriendje, Marleen helpt me er wel doorheen.' zei ik en liep boos weg.
'Bella, je vader zei dat jullie zo weggaan.' riep Malfidus me na.
'En ik ga mee.'
Ik rende naar lokaal Toverdranken, waar pap zijn spullen in zijn koffer stond te proppen.
'Gebruik dit nou.' ik mompelde een spreuk en alles vloog naar de koffer en viel op alfabet neer.
'We moeten gaan.' zei pap en pakte zijn koffer 'We verblijven in Villa Malfidus.' ik kreunde en pakte mijn koffer, die in de hoek stond.
'Alleen nog checken.' zei ik en pakte mijn lijstje erbij:

Lijstje spullen:

Dagboek
Kleding (Zes t-shirts, vijf jeans, gympen en schoolkleding.)
Schoolboeken
Checklist
Toverstaf
Stropdas

'Klaar.' zei ik en liep achter pap aan.
'Moet ik hier slapen? Wat een geluk.' zei ik toen ik de enorme slaapkamer zag.
'Samen met Draco.' zei pap.
'Moet ik samen met Malfidus?' zei ik en trok een gezicht.
'Draco, niet Malfidus.'