dank aan alle lieve lezertjes en de mensen die reacties neerzetten:D
enjoy!

Ik werd met een raar gevoel wakker. Ik had geen idee wat het was. Het voelde fijn. Misschien was het gewoon mijn droom geweest. Een leuke droom. Ik wou weer slapen, zodat ik weer kon dromen. Ik wou nog niet terug naar mijn grot, naar de school, naar mijn leven.
Maar geluiden op de achtergrond zorgden ervoor dat ik niet meer kon slapen. Waren dat stemmen? Waren er mensen in het bos? Of…
Met een ruk schoot ik overeind. Ik had niet gedroomd! Ik zat echt in een huis vol vampieren te slapen! Of ja, nu niet meer, maar je snapt me wel.
‘Lekker geslapen?’ vroeg iemand achter me. Ik keek om en zag Edward samen met een vrouw en een kind op de andere bank zitten.
ik antwoorde niet, knikte alleen heel even. Ik had meer aandacht voor het kind. Ik had altijd al van kinderen gehouden. Ze waren het onschuldigste wat je kon vinden in de mensheid.
‘Dit zijn mijn vrouw en dochter,’ ging Edward verder. ‘Bella en Renesmee.’
Renesmee sprong van haar moeders schoot af en liep naar mij toe. Ik ging even fatsoenlijk zitten, en Renesmee kwam bij mij op schoot zitten. ze strekte haar hand naar mij uit en raakte mijn wang aan. Meteen zag ik beelden van mezelf op de bank en beelden van mijzelf met een staart. Ik deinsde geschrokken achteruit, en keek verbaasd van het kind in mijn armen naar Edward en weer terug. Hij lachte alleen maar.
‘Dat doet ze wel vaker,’ legde hij uit. ‘Zo communiceert ze met iedereen. Ze kan ook gewoon praten als je dat fijner vind.’
Ik schudde mijn hoofd even en boog mijn hoofd weer naar Renesmee toe. Ik was al over de schrik heen. het was niet zo erg.
Renesmee raakte weer mijn wang aan, en weer zag ik mezelf. ben jij echt een zeemeermin? Hoorde ik in mijn hoofd.
Ik glimlachte naar het kind. ‘Ja,’ antwoorde ik met een beetje verdriet in mijn stem. Ik had veel liever nee geantwoord.
Mag ik jou staart zien?
Mijn gezicht betrok even, maar toen zette ik weer een glimlach op mijn gezicht. Ik bedacht snel even een smoes.
‘Nu even niet. Ik moet… naar de rivier. Even in het water liggen. En ik weet zeker dat je moeder even met jou wil spelen ofzo.’
Het kind pruilde even, maar lachte toen, sprong van mijn schoot af en liep weer naar haar moeder. Die keek mij even glimlachend aan en liep toen met renesmee naar boven. Ik keek ze vertederd achterna.
‘Ze is prachtig,’ complimenteerde ik Edward. Hij leek te gloeien van trots. Ik stond op, begon naar de voordeur te lopen. Ik voelde een hand op mijn schouder.
‘Waar ga jij heen?’
‘Naar de rivier,’ antwoorde ik. ‘Ik moet naar het water toe. Iedere dag minstens een uur of twee in het water. Anders word ik ziek.’
Ik wou verder lopen, maar ik werd opgetild. Edward begon te rennen, en een paar seconden later stonden we aan de oever.
‘Punt een, ik had gewoon kunnen lopen. En punt twee, een normaal mensen tempo zou ook fijn zijn.’ Ik zat letterlijk te trillen in zijn armen. Gisteren had ik het te druk met de hoofdpijn en daarna de moeheid om te merken hoe snel we echt gingen. Het was echt angstaanjagend.
Edward lachte even en zette me neer. ‘Als je iets nodig hebt roep je maar,’ zei hij nog, en toen was hij weg.
Ik stond daar even, toen dook ik het water in. Mijn staart kwam tevoorschijn. Ik bekeek de rivier. Het was hier best mooi. Niet te donker, veel koraal en heel leuke vissen. Natuurlijk was het lang niet zo mooi als het land. Ik duwde mezelf snel naar de oppervlakte. Daar keek ik om me heen.
Ik was een beetje besluiteloos. Ik zou eigenlijk terug naar mijn grot moeten, maar, Één, ik wist niet welke kant ik op moest en twee, ik wou nog niet weg. Ik wou hier blijven, waar er mensen waren om mee te praten.
Ik zag in de verte de toppen van de Bergen. Ik wou meer zien, dus met mijn handen maakte ik een opgeheven gebaar. Het water onder schoot omhoog, en ik werd de lucht in gelanceerd.
Het uitzicht was prachtig. Ik zou hier uren naar kunnen staren, maar een geluid in de bosjes trok mijn aandacht. Ik bestudeerde de bosjes wat meer. Ik liet per ongeluk mijn hand zakken. Het water verdween en ik viel naar beneden, het water in.
Ik duwde mijn hoofd meteen het water uit en tuurde weer naar de bosjes. Ik hoorde weer dat geluid, alleen nu veel harder. Ik zwom naar de oever toe en probeerde iets te zien. Ik zag niks.
‘Kom maar uit de bosjes. Ik weet dat je er bent,’ zei ik zachtjes.
Een paar seconden was het stil, maar toen kwam er iets uit de bosjes tevoorschijn. Ik zwom van schrik naar achteren.
Het was een enorme, zandkleurige wolf.

Reageer (2)

  • ZIANOURRY

    Jaaa, houd van wolfen <3.
    Ik ga later trouwen met een shape shifter zodat ik altijd een persoonlijk kachel heb (lol)

    1 decennium geleden
  • Allysae

    hihi
    wolfie
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen