The seven door 27
“Wat doen we nu?” vroeg Sara om de pijnlijke stilte die was gevallen te verbreken.
“Ik denk dat we maar eens op zoek moeten gaan naar de wezens die hier wonen”, stelde Arthur voor en dan zien wie ons daarvan wilt helpen.” Sara keek om zich heen. Rondom haar zag ze alleen heuvels en planten, geen enkel dier.
“Waar moeten we beginnen met zoeken?” vroeg ze terwijl ze probeerde nonchalant te klinken, maar eigenlijk kreeg ze het knap benauwd. Ze bedacht zich dat niemand haar had verteld hoe lang die deur open bleef. Skipper scheen zijn stem teruggevonden te hebben.
“Misschien kunnen we de sporen volgen?” Sara keek om zich heen. Ze zag nergens sporen en Arthur evenmin.
“Welke sporen?” Skipper liep een stukje van de heuvel af en knielde neer. Sara moest twee keer kijken voor ze in de grond onder het zachte gras iets dat leek op hoefafdrukken herkende.
“Is dat stropen van jou toch ergens goed voor geweest”, snoof Arthur, maar Sara hoorde duidelijk dat hij behoorlijk verbaasd was dat Skipper ze opgemerkt had van die afstand, terwijl zij ze nauwelijks zag als ze er met haar neus bovenop stond.
“Paarden”, mompelde Skipper terwijl hij aandachtig naar de grond keek, “met onbeslagen hoeven. Ongeveer tien uur geleden en ze gingen die kant uit.” Arthur zei niets en ondertussen kende Sara hem goed genoeg om te weten, dat hij bewondering had om de vaardigheden van Skipper.
“Daarheen dus”, zei Sara en ze probeerde opgewekt te klinken. De twee jongens gingen allebei naast haar lopen. Of dat was om haar te beschermen mocht er gevaar dreigen of om niet naast elkaar te moeten lopen wist ze niet. Misschien wel beide.
Reageer (2)
Oei, die paarden zijn wel ver weg hé ! Benieuwd hoe je het verder gaat aanpakken.Ik kijk er al naar uit.
1 decennium geledenp.s. Hoe was de wedstrijd vanavond ?
Da wordt nog een hele job, om die paarden in te halen
1 decennium geledenSnel verder!!!