Hoofdstuk 6
'Help!' riep ik, de plant was een Duivelstrik!
Vuur!
'Megivoor!' zei ik, waarna de plant losliet en ik naar beneden viel.
Ik landde op mijn voeten.
'HERMELIEN?' schreeuwde ik en liep naar de volgende kamer.
Die zat vol met vliegende sleutels, maar de deur erachter was al open.
Rennend ging ik naar de volgende kamer, waar een reuzen schaakspel stond, met Ron in het midden.
'Ron!' zei ik en viel huilend ik op mijn knieën bij hem neer.
'Nu moet je verder, Bella, je moet de anderen vinden.' ik stond weer op en rende naar de volgende deur.
'Harry, je bent heel dapper en...' hoorde ik Hermelien tegen Harry zeggen.
Verder luisterde ik niet, maar Hermelien liep terug naar het schaakspel.
'Ik ga achter Harry aan...' zei ik snel en rende naar het groene vuur aan het einde van de kamer.
'Professor Perkamentus!' ik was nog nooit zo blij geweest om iemand te zien.
'Ga jij maar terug met professor Anderling, ik zorg er voor dat Harry heelhuids terug komt.' ik liep met een kleine vaart naar professor Anderling toe.
'We gaan direct naar de ziekenzaal.' zei ze en liep naar een muur, waar ze vervolgens met haar staf op tikte en BAM, de deur was open.
We liepen naar het schaakspel en hielpen Ron even opstaan.
'Gaat het Wemel?' vroeg professor Anderling.
'Ja, je bent echt flink geraakt.' zei ik geschrokken en sloeg een arm om hem heen.
'Het gaat wel.'
Reageer (1)
nice
1 decennium geledensnel verder