010

Vandaag is de vakantie begonnen. Emma, Lily en James blijven hier op school. Ik mocht gelukkig mee met Tom naar Havermouth. Iemand bezoeken zei hij. We zijn nu onderweg naar Londen met de trein. Ik zit tegenover Tom in een cabine voor ons alleen. Veel heeft hij nog niet gezegd deze rit. Hij zit blijkbaar met zijn gedachten ergens anders.
'Zoé, nu moet ik jou iets vertellen' zegt hij stilletjes. Wat zou hij dan moeten vertellen? 'Kijk' zegt hij en laat me een toverstok zien. 'Dat is de toverstok van mijn oom' Ik kijk even verbaasd naar de stok. 'Hiermee ga ik mijn vader en grootouders vermoorden' zegt hij fluisterend. Ik kijk hem even met een verbaasde blik aan.
'Je vader en grootouders vermoorden? Maar waarom?' Ik vraag me af wat zij hebben gedaan waardoor hij ze wilt vermoorden.
'Omdat ze het verdienen' Hij kijkt me in de ogen. 'Ik dacht dat je kwaad op me ging worden' Ik ga nu naast hem zitten en pak zijn hand vast.
'Je moet doen wat je moet doen' Eigenlijk zit ik er wel mee. Wie wilt er nu zijn familie vermoorden? Hij draait zijn hoofd naar mij toe en onze ogen ontmoeten elkaar. Ik ben er bijna zeker van dat ik angst in Toms blik zie. Hoe kan zo een lieve jongen nou een moordenaar zijn? 'Wat er ook gebeurt, je staat er niet alleen voor' Ik buig me voorover naar Tom en druk mijn lippen op de zijne. Ik leg mijn handen op zijn schouders en hij duwt me helemaal tegen de muur waardoor ik niet meer weg kan. Ik wilde dat ik zo voor altijd kon blijven zitten. Maar helaas, dat gaat niet. Opeens voel ik dat de trein stopt dus ik haal mijn lippen van de zijne. Hij kijkt me vragend aan.
'We moeten uitstappen' lach ik. Hij drukt nog snel een kus op mijn lippen en staat dan recht. Hij pakt mijn hand vast en trekt me ook recht. Daarna lopen we samen naar buiten. Ik pak mijn koffer en hand in hand lopen we terug naar de Dreuzelwereld.
'Zullen we eerst nog wat gaan drinken?' vraag ik. Ik kan zien dat Tom zenuwachtig is.
'Oké' is het enige wat hij zegt. Ik stap een cafeetje binnen en plof neer op een stoel. Tom komt naast me zitten en bekijkt de kaart. 'Wil je anders snel wat eten?' vraagt hij. 'Ik heb best wel honger' Na een tijdje heb ik beslist wat ik ga eten en komt de garçon er aan.
'Hebben jullie al besteld?' vraagt hij.
'Een omelet en een cola' zegt Tom.
'En voor u, juffrouw' Hij kijkt me vriendelijk aan.
'Hetzelfde als hem' zeg ik.
Na twintig minuten binnen te hebben gezeten vertrekken we weer. Als we buiten komen blijkt het dat het regent.
'Pff, ik heb echt geen zin in regen' zeg ik. We lopen snel een winkeltje binnen waar ze paraplu's verkopen en we kruipen dicht tegen elkaar onder de paraplu.