Foto bij Chapter twenty-three

Everyone needs someone
He must need someone, too.

-Beauty & the Beast

‘Feeks!’ gilt ze. ‘Hello.’ Zeg ik dan met een klein lachje, normaal doe ik zo niet, maar deze keer komt het echt door de angst. ‘Maugrim!’ gilt ze door heel de kamer. De ijspegels trillen en maken een scherp geluid waarvan mijn oren verschrikkelijk veel pijn doen. ‘Maugrim!’ ‘Ja baas, wat is er aan de hand?’ ‘Waar vond je deze meid?‘ ‘bij de vos.’ ‘Breng de vos, nu!’ Hij knikt en is meteen vertrokken. Jadis houdt nog steeds mijn kaak vast en knijpt er elke seconde iets harder in. ‘Je weet toch dat je bij mij hoort.’ Zegt ze dan met een gemene lach. ‘Als je aan mijn kant staat, laat ik je vriendje gaan.’ En ze wijst naar een kant van het kasteel. Ik kijk haar met een niet begrijpende blik aan. Snel met haar ijskoude handen sleurt ze me mee door het kasteel. ‘Hier.’ En ze duwt me een gevangenis binnen en maakt me meteen aan de koude ijzige wand vast. Nadat ze terug vertrokken is kijk ik geschrokken links van me. ‘Edmund.’ Zeg ik zachtjes. Met kleine oogjes kijkt hij me aan, maar er ontstaat dan toch een klein lachje om zijn mond. ‘Cherly, wat wat doe jij hier?’ vraagt hij bibberend. ‘Ik..’ ‘Je wou me redden.’ Zegt hij met een lach die niet van zijn mond verdwijnt. ‘een beetje.’ Geef ik toe. De kleine dwerg komt nu binnengelopen met wat eten voor mij en Edmund. Het brood is al zeker een paar jaar oud en het water is natuurlijk bevroren. ‘Als jullie dat niet opeten, krijg ik het dan?’ hoor ik in de verte, het galmt door het ijs. ‘Tumnus!’ zeg ik meteen blij en ik probeer me te verzetten. Het hoofdje van Tumnus komt de hoek om en kijkt mij en Edmund meteen aan. ‘Cherly.’ Zegt hij dan en kijkt terug naar het eten. ‘Alsjeblieft.’ Zeggen ik en Edmund dan tegelijk. ‘Dankje.’ En meteen begint hij te smullen. ‘Je domme familie zit niet bij de bevers.’ En woedend komt Jadis binnengewandeld. ‘Ik weet niet waar ze zijn.’ Edmund begint nog harder te beven dan daarnet. ‘Ik denk dat ik aan jou niks meer heb.’ ‘Niet doen.’ Zeg ik tegen haar en woedend kijkt ze mijn richting uit. ‘Heb je het hem al verteld? Je had de kans nu meisje..’ en meteen hou ik mijn mond, niemand moet weten dat we familie zijn, daar ben ik niet trots op. ‘Dat dacht ik al.’ En lachend kijkt ze terug naar Edmund. In een fractie van een seconde is ze terug boos en trekt ze kwaad Edmund de lucht in. ‘Heb je me nog wat te vertellen, lief kereltje van mij.’ ‘Ik weet niet echt niet waar ze zijn.’ ‘Dan heb ik jou echt niet meer nodig!’ en met een plof laat ze hem vallen, ik zie de pijnscheut in zijn ogen. ‘Edmund zeg het niet..’ probeer ik, maar het is al te laat het woordje Aslan vult heel de kamer.

Nog een deeltje,
zo dadelijk vertrek ik ffjes naar de markt,
dus vanavond weer deeltjes -hopelijk- hhi ^^
& http://www.youtube.com/watch?v=o-qlZ9gUf-I&feature=channel_video_title
dat moet je echt eens checken, die kunnen geweldig goed zingen!
xoxxx Jolien

Reageer (1)

  • Histoire

    Haha die begroeting in het begin xd

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen