Chapter twenty-two
Where your heart longs to be
When you finally found that place
You'll find all you need.
- atlantis
We zitten met zen allen in de boom en de vos schudt hen af. Wat best wel goed lukt, totdat ik op de wolf allemaal kleine bruine haartjes ziet. Pruna bedenk ik bij mezelf en zonder het te beseffen sta ik na de vos. ‘Zo zo..’ begint de wolf. ‘Heeft iemand hier iets uit te leggen?’ ‘Ik denk dat u mij wel iets heeft uit te leggen.’ Begin ik dan. Ik weet dat Peter mij kan vervloeken in de boom, ik voel het in mijn hart. Maar van dit kunnen ze tenminste echt boos op me zijn en dan snap ik tenminste waarom. ‘Ik dacht dat een wolf alleen maar zwarte haren had.’ Met een boze blik kijkt hij me aan. ‘Bedankt vos!’ roept hij dan. Hij brult naar de andere en wenkt mij. ‘Jij gaat nog wat beleven meisje, kom maar mee.’ Ik slik een keer en stap rustig mee. Ik word zo omsingeld dat ik niet echt niet meer weg kan en terug lopen heeft toch geen zin dat verraad ik de andere. Zo is het beter. In de verte zie ik het huisje van de witte heks Jadis al opdoemen. Nu krijg ik toch wel knikkende knieën, ze gaat zien dat ik hier ben. ‘Volg mij maar.’ Maugrim wenkt me weer en de andere wolven blijven staan. ‘Wacht hier maar.’ Zegt hij dan wanneer we voor een troon staan. Het is hier ijzig koud en ik ben nog steeds blij dat ik een jas aan heb. Een bonte jas ligt over de troon verspreid. Ik vind het akelig om te weten wie er in heeft gezeten. Ik heb mijn bondjas nog dichterbij me getrokken wanneer ik voetstappen hoor. Mijn knieën knikken nog steeds en mijn hart maakt overuren. Ze heeft plaats genomen in haar troon dat hoor ik, maar ik ga haar echt niet in haar gezicht aankijken. ‘Kijk me aan!’ brult ze. De stem doet zoveel pijn in mijn hart en eigenlijk over heel mijn lichaam, altijd maar dat zelfde geschreeuw dat me bang maakt. ‘Kijk me aan!’ probeert ze weer. Maar mijn gezicht blijft op de grond gericht. ‘Kom je voor je broertje?’ gaat ze dan verder. ‘Mijn wolf zei dat je graag mee kwam, precies.’ Mijn mond lijkt wel gesnoerd en nog steeds geef ik geen kik. Ik hoor hoe haar voetstappen mijn richting uitkomen. En als ze mijn hoofd opheft zie ik hoe ze schrikt en een stap achteruit zet.
Reageer (1)
Ik haat die heks ;S
1 decennium geleden