*11.2*~Keuze

Ik was met Leah buiten. "Weet je, je bent wel een idioot.", zei ze serieus. "Oké, bedankt.", zei ik droog. "Kun je me vertellen waar je het nu specifiek over hebt?""Jake en Seth.""Ja, ik weet het." Ik bloosde. "Oh mijn god. Je wilt toch niet zeggen dat je op hen allebei verliefd ben?""Ja.", zei ik beschamend. "Ik weet wel iets.", zei ze. Oké, ik werd bang van haar vrolijke gedrag.

Leah nam me mee naar een open veld. "Wacht hier.", zei ze. Ik ging in het gras zitten. Ze kwam terug, zo'n vijf minuten later. Ze ging naast me zitten en ik begon te vrezen voor wat ze nu weer had gedaan. Jake en Seth kwamen allebei aanlopen. "Ik haat jouw.", zei ik tegen Leah. "Kan ik mee leven. En nu ga ik ervoor zorgen dat iemand de wachtronde loopt." Ik werd bang als ze zo blij was. "Nee, wacht... Leah!", riep ik. "Lach me niet uit.", siste ik tegen Jake.

Ik keek Seth een seconde aan, maar keek direct weer weg. Jake liep naar me toe en wilde zijn arm om me heen slaan, maar ik sloeg m weg. "Wat is er?", vroeg hij bezorgd. "Ik weet het niet, een of ander maf plan van Leah." Jake lachte. "En wat heeft ze tegen jullie gezegd?""Dat je met ons wilde praten.", zei Seth. "Oh ja? Weet ik niks van." Ik keek van Seth naar Jake en weer terug naar Seth. "Laat me alsjeblieft even met rust.", zei ik zachtjes. Ze keken me allebei aan op een manier waar ik het benauwd van kreeg. Ik stond op. "Wacht.", zei Seth dwingend. "Laat me met rust.", siste ik tegen hem. Ik voelde me weer duizelig worden. “Aurora.”, riepen ze tegelijk. Ze schoten allebei op me af, maar ik zag de grond snel dichterbij komen.