002

De eerste twee weken zijn voorbij gevlogen. Ik, mijn zus, Lily en James werden ingedeeld in Griffindor. Tom niet. Hij zit in Slytherin. Maar hij blijft mijn vriend. Wat de anderen ook zeggen. Mijn zus vindt hem ook maar niets. Ze vind hem eng en lelijk. Heeft ze tegen me verteld. Ze heeft echt een hele andere smaak in jongens dan ik. Gelukkig maar.
'Kom je nog Zoé?' zegt Jana. Ze is mijn kamergenoot samen met Lily en Emma. Ze komt helemaal van België omdat er in België geen tover scholen waren. Ze is mijn beste vriendin geworden.
'Ja ik kom al' roep ik door de kamer. 'Snel mijn boeken pakken.' Jana is ondertussen al vertrokken naar de les. Verweer tegen de zwarte kunsten. Die les hebben we samen met Slytherin. Ik kijk op mijn horloge en ik zie dat ik al te laat ben. Ik ren de trappen af en uitgeteld klop ik op de deur.
'Je bent te laat Zoé.' zegt de professor. 'Zoek maar snel een plekje!' De enige plek die nog vrij is, is naast Tom. Zuchtend laat ik mijn boeken op de bank vallen en ik ga zitten.
'Wie weet er welke drie vloeken er bestaan?' vraagt de professor. Tom steekt zijn hand op. 'Ja, zeg het maar Tom'
'Er is de Imperiusvloek. Hiermee kan je je tegenstander alles laten doen wat jij wilt. De Cruciatusvloek. Dat is de martelvloek. hij veroorzaakt helse pijnen bij degene over wie de spreuk wordt uitgesproken. En dan is er nog De Vloek Des Doods. Als je word geraakt door die vloek val je dood neer.' De professor gaat nog door met zijn les maar veel let ik niet op. Ik moet heel de tijd denken aan degene naast me. Tom Riddle.
'Zit je naar mij te staren' fluistert Tom opeens uit het niets. Oh, ik zat echt naar hem te staren. Ik voel dat mijn wangen weer rood worden. 'Je bent schattig als je zo verlegen bent' zegt hij opeens. Gelukkig heeft niemand hem gehoord.