3. it's not safe
ik zit nu al 1.5 uur op de pc, wat ben ik toch stout. hebben jullie wel een lekker lang hoofdstuk om te lezen. en misschien kan ik snel nog een of twee schrijven:P
enjoy!
Ik bereikte mijn locker en haalde mijn boeken eruit. Daarna ging ik weer naar buiten. Misschien was er wel een vogeltje om mee te praten…
Maar toen ik naar de lucht keek wist ik dat ik geen vogeltjes zou vinden. De lucht was pikdonker, dus er was storm op komst. De vogels waren plekken aan het zoeken om te schuilen, en dat moest ik nu ook doen. Normaal gesproken kon ik regen tegenhouden met mijn watersturingskrachten, maar tegen stortregen kon ik niet op.
Ik ging naar de aula, waar ik wachte op de andere leerlingen. Alleen.
Ik barste weer bijna in tranen toen dat woord mijn hoofd binnenschoot.. maar dat mocht niet. Dan zou iemand mijn echte ik zien, en dan moest ik weg, terug de zee in. ook al was ik zo eenzaam, ik wou niet terug de zee in.
Ik zat daar ongeveer een halfuur n ate denken. Toen kwamen de eerste leerlingen binnen. Dit vond ik leuk om naar te kijken. Mensen kinderen waren in de loop der jaren vreemder en vreemder geworden. Ze deden zo ongeveer alles om elkaars aandacht te krijgen. Dat deden ze dit jaar door dingen op hun hoofd te zetten die petjes heten, hun broeken op hun knieen laten hangen en rokjes te dragen die zo kort en klein waren dat ik ze lapjes stof kon noemen. Ik kon me soms gewoon kapot lachen (in mijn hoofd dan) om de rare dingen die mensen deden.
Na weer een halfuurtje ging de eerste bel. Ik haaste me naar mijn klaslokaal en ging op mijn gebruikelijke plaats achterin het hoekje zitten. in plaats van de les volgen, ging ik mee luisteren naar de gefluisterde gesprekken die de leerlingen hielden. Ik hoefde al niet meer op te letten om goeie punten te halen; dit was de zoveelste keer dat ik alles opnieuw deed.
Dit ging zo ongeveer de hele dag door. In de pauses zat ik altijd alleen; de kinderen hadden een natuurlijk instinct die zei dat ze maar beter uit mijn buurt konden blijven.
Na school maakte ik mijn huiswerk in de aula en wachte tot er niemand meer was. Daarna rende ik snel het bos in, richting de rivier.
Ik wou er meteen inspringen, maar ik bedacht me. Ik was jarig, in godsnaam! Waarom zou ik dan niet iets specials doen? Het bos was vast leuker dan mijn grot. Plus, er zouden veel dieren zijn om mee te kletsen. Ik vond dat beren altijd de leukste verhalen vertelden. Geen wonder dat ze er knuffels van maakten.
Ik begon rustig het bos in te lopen.
Ik had het het bos altijd al het mooist gevonden op het land. Er was hier dan wel alleen maar een kleur, maar als je goed luisterde, hoorde je de mooiste geluiden. De fluitende vogeltjes, de kabbelende beekjes, de rennende hertjes. Ik wist dat ik hier niet vaak genoeg kwam, maar er waren hier wel vaak mensen. ik dwaalde te ver van het pad af. Misschien zouden ze denken dat ik verdwaald was, en naar het dorp brengen. En wat dan? Niets goeds, in ieder geval.
Ik luisterde, keek naar de vele tinten groen. Toen hoorde ik ze. Een groep vogels, helemaal in paniek.
‘Wat is er?’ floot ik naar ze.
Ze begonnen allemaal tegelijk te fluiten.
‘Een tegelijk!’ floot ik.
De grootste vogel vloog op mijn schouder. Vast de leider.
‘Een leeuw,’ floot hij. ‘Een hele grote! Hij is boos. We weten niet waarom. Hij is verderop het bos aan het verwoesten. Hij wou ons ook aanvallen, maar we konden net op tijd opstijgen.’
‘Misschien kan ik iets doen,’ floot ik naar de leider. Ik had medelijden met deze vogels. En ze hadden gezegd dat de leeuw het bos aan het verwoesten was.
‘Die kant op,’ floot de vogel, en wees met zijn vleugel de goede weg.
‘Dankje.’
Hij vloog weer verder met de andere vogels, en ik begon in de aangewezen richting te rennen.
Leeuwen waren vals en gevaarlijk, dat wist ik uit ervaring. Maar ze zouden niet zomaar alles aanvallen. Er was vast een goede reden. Misschien kon ik hem wel kalmeren, helpen zelfs. En anders kon ik hem een beetje bang maken met water. Leeuwen waren bang voor water, toch? Of waren dat katten?
Ik werd al minder zeker van mijn plan, maar toen ik er was, zag ik dat ik geen plan nodig had.
Het stuk bos hier was inderdaad totaal vernield. Overall zag ik klauw afdrukken. Op de bomen, in de modder, overall. Ik zocht de leeuw, maar zag hem nergens. Ik hoorde hem ook niet. Zou hij al gekalmeerd zijn?
Toen zag ik iets op de grond liggen. Het leek wel een beetje op een leeuw. Ik liep ernaartoe, maar toen ik zag wat het was, deinsde ik geschrokken achteruit.
Het was de leeuw. Hij was dood. En daar was ik eerlijk gezegd heel erg blij om. Maar het was een gruwelijk gezicht. Zijn nek was helemaal opengesneden.
Ik begon te rennen, terug naar mijn grot. Er liep hier iets gevaarlijks rond, en ik wou het monster dat dat had gedaan liever niet tegenkomen.
Reageer (3)
spanneeeeeeeeeeeeeeeend!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geledenO.0 snel verder.
1 decennium geledenomg
1 decennium geledensnel verder