Chapter eighteen
Hij hield van me dat zei hij een paar dagen geleden nog en nu doet hij zo. Hij reageert alleen maar boos en kijkt me nijdig aan als ik probeer te helpen. Maar mijn aandacht gaat nu niet naar hem uit, met een raar gezicht zie ik kleine hondenpoten in het sneeuw gedrukt staan. In Narnia zijn geen honden, denk ik toch. Een luid geritsel haalt me uit mijn gedachte maar toch stiekem hoop ik dat Pruna nu het hoekje om komt lopen. De hondenpoten zijn nog vers, dus het zou kunnen. Met veel hoop loop ik naar de struiken toe. ‘Cherly, wat doe je?’ hoor ik Peter angstig achter mij vragen. Maar ik geef geen kik. Dan verschijnt er tot mijn grote spijt een bever en raar kijk ik hem aan. ‘Ik had wat beters gewild.’ Zeg ik dan perongeluk hard op. ‘Wat had je dan gewild..’ reageert de bever. ‘Ik..’ ‘Juist ja, mondje toe.’ En meteen kijkt hij achter me. ‘Jij moet vast Lucy zijn.’ Lucy knikt zachtjes, ik moest deze van Tumnus aan je geven. ‘Maar hij is niet van mij..’ reageert Lucy dan. Ik zie de bever wapperen met mijn zakdoek die ik ooit van mijn moeder had gekregen toen ik klein was. Het was gewoon een witte zakdoek met een blauwe rand. Beschaamd laat ik me voor de bever zakken. ‘Hij.. hij is van mij.’ En steek mijn hand uit. ‘Dan ben je vast een aardiger meisje dan daarnet.’ Lief knik ik. ‘Sorry meneer bever, van daarnet.’ ‘Meneer nog wel..’ en bedenkelijk kijkt hij me aan. ‘het is al goed meisje, hier alsjeblieft.’ ‘Dankjewel.’ En sta dan terug op. Wanneer ik me omdraai zie ik drie bozen gezichten naar mij kijken alleen Edmund kijkt me lachend aan. ‘Kijk..’ begint hij. ‘Ze was ook hier en heeft ze iets gezegd nee en toch geven jullie alleen mij de schuld.’ ‘Ik kan het niet geloven.’ Zegt Peter dan. ‘Laat die ruzie maar voor straks. Jullie moeten nu meekomen naar mijn huis en snel ook.’ En de bever loopt voorop zonder nog iets te zeggen. ‘Moeten we nu een bever volgen?’ grapt Edmund. ‘Je kan het maar beter doen.’ Probeer ik dan. ‘Jij moet ons niet zeggen wat we moeten doen.’ En Susan kijkt nog bozer dan daarnet. ‘Is er een probleem?’ vraagt de Bever dan schattig. ‘Nee nee, gaan jullie al maar vast, ik kom er zo aan.’ ‘Net zoals daarnet ea Cherly.’ ‘Edmund bemoei je er niet mee' en snel trek ik Peter met zijn arm mee.
Reageer (1)
Mooi geschreven <3
1 decennium geleden