Werken op het schip
Ik stond daar maar te kijken, en ik kon geen adem krijgen om iets te zeggen. Ze brachten haar naar de kapitein toe, ik werd bang. Wat gaan ze met haar doen? Dacht ik
‘Laat haar los’ zei ik
‘Nee’ zei de kapitein, ‘jij gaat ons vertellen wat we willen weten’
‘Vertel het niet Mike’ zei ze smekend
‘Stil’ schreeuwde de kapitein naar haar en een van de mannen hield haar aan haar haar achter over zodat ze de kapitein kon aankijken.
‘Snijd haar aan gort’ zei de mannen als ideeën
‘Snijd stukje voor stukje haar ledematen er af’ zei de andere man, en ik begon hard te worstelen tegen de touwen die mij op mijn plek hielden.
‘Nee’ zei de kapitein,’we laten haar van de plank af springen’
‘Nee’ brulde ik, en ik begon noch harder te spartelen. En de touwen, zag ik nu pas, waren al bijna door, en dus was het ook geen verassing dat ik los kwam. Ik wierp me op de man die haar vast hield, en we begonnen te worstelen op de grond, ze zakte op haar knieën en sloeg haar handen voor haar gezicht. En de tranen stroomde al over haar wangen, de kapitein greep haar bij haar nekvel en haalde haar omhoog. Toen plantte hij zijn mes met een snelle haal in haar arm, en ze gilde het uit van de pijn.
‘Jij monster’ brulde ze, en ze keek naar haar arm. Ik hield mijn hoofd omhoog bij de kreet van pijn, en dit was alles wat mijn tegenstander nodig had en hij drukte me tegen de grond. Hij sleurde me wild spartelend weer naar de stoel en plantte me weer er op. Maar nu gebruikte hij andere touwen, dus ze waren niet zo dom als we dachten.
‘Vertel het’ riep de kapitein
‘Nee’ zei ik, ‘want je zal haar niets doen’
‘Waarom niet’ vroeg hij
‘Omdat je al ons bloed nodig hebt, je weet niet wie van ons het geheime ingrediënt is’ zei ik
‘Hoe weet je dat’? vroeg hij
‘Wat’? vroeg ik
‘Over de legende’ vroeg hij
‘Ik heb ook een boot geleefd’ zei ik, ‘iedereen droomde van die schat en iedereen praatte in zijn slaap’
‘Drommels’ zei de kapitein
‘Ja hé’ zei ik, ‘ik weet er alles van’
‘Weet jij ook wat ze met de diamant van de reis bedoelen’ vroeg hij
‘Misschien’ zei ik, ‘maar wat ik je vertel is dat het een meisje is die je nodig hebt’
‘Oh ja’ zei de kapitein, ‘dus jij bent overbodig’
‘Nee zeker niet’ zei ik, ‘want je hebt meer bloed nodig’
‘Wat’? vroeg de kapitein
‘Je hebt bloed nodig van drie verschillende personen’ zei ik, ‘de personen van wie de kettingen zijn’
‘Dat verzin je nu gewoon snel’ zei hij
‘Nee hoor’ zei ik, ‘maar de diamant van de reis is het belangrijkst, want diegene si de gene die de kist moet open maken anders krijg je een vloek over je heen’
‘Alleen over de gene die hem open maakt’ vroeg hij
‘Nee over iedereen’ zei ik, ‘alleen de gene met een goed hart zal het overleven’. ‘Oh ja nog een ding, degene die hem dan probeert open te krijgen zal hem niet open krijgen ’.
‘Oke’ zei de kapitein, ‘maar als jullie toch hier zijn mogen jullie helpen met het schoonmaken van het schip’. ‘Nou ja de meiden, jij mag de rest helpen’
‘Ik blijf bij Sara’ zei ik
‘Nee’ zei de kapitein
‘Ja’ zei Sara, ‘ik blijf bij hem, jij smerige hond’
‘Jij gaat schoonmaken’ dreigde hij, terwijl hij haar aan haar haar omhoog hield.
‘Aaaaaaah’ riep ze, ‘laat los’. En ze spartelde wild, ze schopte om haar heen.
‘Nee’ riep hij, ‘luisteren’. ‘schoonmaken jij doen’.’Breng ze weg ik krijg hoofdpijn van hen’
‘Ja baas’ zei de man, en ze maakte mij los en sleepte Sara mee.
‘wacht’ zei de kapitein
‘Ja’ zei een van de mannen
‘Breng hem naar de andere bemanning en breng de twee meiden naar het kamertje’ zei hij
‘Oke baas’ riep de man, omdat hij al bijna weg was.
Toen we buiten waren zagen we dat het al donker was en dus zagen we niet veel.Ze sleepten ons mee naar Andrea, en ze sleepte haar er uit. Ze zag er slecht uit en haar ogen waren gesloten, ze gaf geen enkel geluid toen ze de trap werd opgesleurd. Ze brachten Sara en Andrea naar een plek helemaal benedendeks , het was een plek afgelegen van de mannen. Het was in de achterkant van de boot, en in het raam had je een bankje. Er was dat bankje en een hangmat om op te slapen, het was best mooi te noemen. Maar ik zag ze al snel niet meer, want toen sleepte hij me weer mee naar mijn plek. Ik had een hangmat bij een van de weinige ramen. Ik had uitzicht, en boven me sliep een of andere oude gast. Naast me sliep een jonger iemand, hij zag er wel aardig uit. De mannen gingen snel weer weg, gelukkig, maar al snel praatte ik met de man boven me.
‘Hey jochie’ zei de man boven me en hij stak zijn arm uit, ‘Ik heet Jack’
‘Hey’ zei ik en ik pakte zijn hand vast, ‘ik heet Mike’
‘Leuke naam’ zei de man met een grote glimlach
‘Haha’ lachte een andere jongen,’Ik heet Mathew’. De jongen zei dit terwijl hij een arm uitstak, terwijl hij nog steeds een grote glimlach op zijn gezicht had.
‘En wat een mooie ketting heb je om’ zei Jack
‘Niet voor jou’ zei Ik
‘Rustig Mike’ zei Mathew
‘Sorry’ zei ik, ‘Ik wil gewoon weten of het goed gaat met de meiden’
‘Welke meiden’ vroeg Jack
‘Sara en Andrea hebben beide ook zo’n ketting’ zei ik, ‘kennen jullie de schat van Monnai’
‘Oh’ zei Mathew, ‘en jullie hebben de kettingen, en het bloed dan’
‘Dat moet van drie verschillende personen’ zei ik, ‘maar er moet ook speciaal bloed komen van de diamant van de reis’
‘Ach’ zei Mathew, ‘laten we gaan slapen’
‘Goed’ zei ik, en we gingen liggen. Maar ik kon alleen maar het dak zien, en het enige wat ik kon denken was, als Sara maar oke is. Natuurlijk hoopte ik ook dat Andrea oke was maar, Sara was belangrijker voor me. Ook al wist ze dat niet, ik zal het haar ooit vertellen dat was mijn streven.
Er zijn nog geen reacties.