Nice to meet you dude, bud we have a job to do.

'Fijn wie kan dat straks weer gaan wassen?' vroeg Rosalie. Geïrriteert liet ik Seth los.
'Relax, dat doe ik zelf wel,' antwoorde ik.
'Nee joh, als de Cullens te gevoelige neusjes hebben voor een kledingstuk dat ik heb aangeraakt wast mijn moeder het wel even,' grinnikte Seth.
'Dat is niet nodig,' zei Esmé, 'ik en Carlisle hebben hebben de voogdij over Anne dus wij zorgen ook gewoon voor haar.'
'Maar ik mag wel steeds eten voor haar meenemen.'
'Dat komt omdat de Cullens niet kunnen koken en ik niet wil verhongeren,' zei ik.
'En ik wil natuurlijk niet dat jij verhongerd,' zei Seth terwijl hij zijn armen nog steeds stevig om me heen had geslagen.
'Walgelijk,' zei Malfidus, 'jouw dreuzelvriendje komt hier zomaar binnen lopen en jullie gaan meteen klef doen. Waarom vind je hem eigenlijk aantrekkelijk? het wemelt hier van de tovenaars met zuiver bloed.'
'Waarom zeg je niet gewoon dat je me leuk vind in plaats mijn vriendje af te kraken in de hoop dat ik hem dump, want zelfs als dat zou gebeuren zou ik jou nog niks vinden.'
Om ons heen hoorde ik gelach, ik wist nu zeker dat ik alleen de zwadderaars nog niet voor me had gewonnen.
'Waarom zou je me dan nog niet leuk vinden, ik ben populair, knap, slim, een zwerkbalspeler, rijk en volbloed.'
'Er zijn duizenden mensen waar ik eerder van zou kunnen houden, volbloeden als ik, halfbloeden, dreuzeltelgen, dreuzels, Griffoendors, Huffelpufs, Ravenklauwen, kneuzen en leeghoofden want ze hebben allemaal een ding voor op jou, het zijn geen arrogante, zielige zwadderaars.'
Malfidus stormde de hal uit en werd gevolgd door een paar bevriende Zwadderaas.
'Ah de jeugd en de pijn van liefde,' ik draaide me om en zag Perkamentus staan, 'het is goed om jullie weer eens te zien.'
'Ik heb je gemist Albus, ik geloof dat je Jared en Seth nog niet kent? Het zijn vrienden van ons.'
'Het doet me een genoegen om jullie te ontmoeten ik ben Albus Perkamentus het schoolhoofd hier.'
'Geweldig om U te ontmoeten Meneer maar we hebben een opdracht gekregen en die moeten we nu eigenlijk gaan uitvoeren,' zei Jared.
'Ga je gang maar, ik kan jullie toch niet tegenhouden vrees ik,' glimlachte Perkamentus.
'Weten jullie zeker dat jullie ze met zijn tweeën aankunnen? vroeg Carlisle.
'Tuurlijk kunnen ze ze niet aan,' zei ik.
'Wat?!'
'Jane en Alec hebben bepaalde gaven waartegen jullie weerloos staan.'
'Kan jij ze niet helpen?' vroeg Emmett.
'Ik zou het graag doen alleen we weten niet hoe jullie huid op spreuken en vervloekingen reageren en dit lijkt me niet het gode moment om het uit te proberen.'
'Nou dan proberen we ze toch alleen te verdrijven?' vroeg Jasper.
'Laten we ze gaan zoeken,' zei Emmett meteen enthousiast.
'Dat is niet nodig.' In de deuropeningen stonden Jane en Alec.