39. War
Amper een week ging voorbij en had Meneer Saltzman en Bonnie toch nog kunnen overtuigen. Nu was de dag hier. De lucht is loodgrijs en de lucht is benauwd. Daar komen ze, 26 vampiers. Er missen er twee uit de tombe: Pearl en Harper, Maar Bridget staat er bij. De moed zakt in mijn schoenen. 26 vampiers van minimaal 145 jaar oud, en wat hebben wij? Drie vampiers, een heks en een geschiedenisleraar! Het is een zielige vertoning, een onwinbare strijd, een zelfmoordmissie.
Ik draai me om naar Damon. ‘Wat er ook gebeurt, weet dat ik altijd van je zal houden en dat ik dat altijd heb gedaan.’
Hij neemt me in zijn armen en geeft een kusje in mijn nek. ‘Er zal ons niets gebeuren.’ Fluistert hij in mijn oor. ‘Wij zijn niet de gene die zullen sterven vandaag.’
Het zelfvertrouwen komt weer een beetje terug. Met Damon samen kan ik alles aan. Ze staan nu vlak voor ons. Katherine kijkt ons arrogant aan.
‘Dit zal niet lang duren.’
Ik houd mijn hoofd een beetje schuin. ‘Wees daar maar niet zo zeker van.’
‘Oké, mevrouwtje passief-agressief, kom maar op dan.’ En met dat teken komen de anderen dreigend op ons af. Bonnie rent een aantal meter van ons weg.
‘Waar ga jij heen!’ Roep ik.
‘Vertrouw me!’ Ik voel mijn gezicht veranderen en richt me weer tot de andere vampiers. Maar die zijn alleen gefocust op Bonnie. Ze tekent een pentagram in het zand en zet kaarsen neer op de punten. Dan kijkt ze op.
‘Kom dan vieze bloedzuigers.’ Sist ze. Dat had ze beter niet kunnen doen want in een oogwenk staan er al een aantal voor haar. Ze gooit haar armen in de lucht.
‘Inscendia!’ roept ze. De vlammen schieten omhoog en ik zie alleen nog vuur met veel rook. Als de vlammen weer doven zie ik Bonnie nog staan met om haar heen verkoolde vampiers.
Nu breekt niet alleen de strijd uit, maar ook de storm. Een onweersklap laat de grond bijna trillen. Dit weer is gevaarlijk, dit meot snel afgelopen zijn. Ik schiet naar een vampier toe en drijf een staak door zijn hart. Dan ren ik door naar de volgende, met mijn staak al in de aanslag. Dan draait hij zich om.
‘Alice?’
Mijn mond valt open. ‘Jij.’ Ik weet niet eens zijn naam meer. Het is de staljongen uit 1846. Waarvan ik al die tijd had gedacht dat hij dood was. Ik heb hem niet eens opgemerkt in die tombe.
Zijn gezicht wordt grimmig. ‘Je hebt me vermoord.’
‘Dat was 145 jaar geleden! Daar ben je nu toch wel over heen?’ Vraag ik onschuldig. Hij pakt mijn hand ruw vast en trekt te staak er uit. Dan draait hij mijn arm op mijn rug. Ik kan geen kant op. Hij heft de staak op. Dit wordt mijn dood, denk ik. De punt komt snel dichterbij, maar dan hoor ik een kreun. Zijn grip verslapt en ik ruk me los. Hij valt dood op de grond en ik zie Damon staan.
‘Ik zei toch dat ons niets zou gebeuren?’ Zegt hij met een grijns. Ik kijk om mee heen en zie bijna alle vampiers op de grond liggen. Gestaakt of verbrand door Bonnie.
Twee missen er. Katherine en Bridget zijn weg. Ik tuur in de verte ,daar staat wel Bridget, maar ik kan Katherine niet ontdekken. Ik kijk nog wat beter, ze heeft Elena!
‘Stefan!’ Roep ik nog, maar hij hoor het niet. De harde donder weerkaatst over het veld. Een bliksemschicht slaat in de grond.
‘Stefan!’ Probeer ik nog eens. Hij kijkt mijn kant op maar ziet dan zelf Katherine al staan. Hij schiet er naar toe, gevolgd door Damon. Ik ren naar meneer Saltzman en Bonnie.
‘Ga maar naar huis, we redden het verder wel. Doe voorzichtig in dit weer, oké?’
Ze knikken en lopen weg. Ik blijf wachten tot ze uit het zicht zijn verdwenen. Dan draai ik me om, om Elena te gaan helpen. Maar ineens staat Katherine recht voor mijn neus.
‘Ze zijn allemaal weg. Zij redden het wel.’ Zegt ze met een arrogante lach. Dan wordt haar blik duister.
Schichtig kijk ik om me heen. Er is niemand te zien. Geen Damon, geen Stefan, niemand. Ik ben helemaal alleen met Katherine.
Dan gaat ze verder. ‘De vraag is alleen. Wie redt jou?’
Reageer (4)
Spannend!!!!
1 decennium geledenOmg snel verder ;o!
1 decennium geledenEerste reactiee!!
1 decennium geledenmeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer
1 decennium geleden