24. You can't mess with me
Alice pov.
Zodra Katherine weg is. Strompel ik voetje voor voetje richting de trap. Het gaat erg langzaam. De vervaine verspreid zich snel door mijn systeem. Ik zie dat het al donker word. Maar ik kan niet meer verder. Uitgeput ga ik plat op de grond liggen. Ik kom hier nooit meer weg, denk ik. Een verdwaald musje vliegt naar binnen. Big mistake, denk ik met een glimlach op mijn gezicht. Ik wacht tot het diertje dichtbij genoeg ga zitten en grijp het dan. Het is niet veel en het smaakt vreselijk, als je het vergelijkt met mensenbloed. Ik schraap mijn keel. Dat Stefan hier van kan leven. Ik rust nog wat uit en begin dan aan mijn klim naar boven. Het is al laat in de nacht, of misschien al vroeg in de ochtend. Ik heb op het moment geen besef van tijd. Ik ben er bijna.
‘Waar ga jij heen?’ Hoor ik zodra ik moeizaam de tombe uit kom lopen. Katherine kijkt me verwaand aan. Alleen al de blik op haar gezicht geeft me de kracht om te doen wat ik al veer eerder had moeten doen. Op vampiersnelheid loop ik naar haar toe. Ik til haar op bij haar keel
‘Niemand.’ sis ik. ‘Niemand verpest mijn leven.’ Ik smijt haar tegen een boom. Ze probeert moeizaam op te staan. Direct sta ik weer voor haar.
‘Niemand steelt ongestraft de liefde van mijn leven.’ Ik breek een dikke tak af een boom.
‘En niemand laat mij twee keer achter in een tombe en komt daar leven me weg.’ Ik steek de staak net onder haar hart.
Katherine gilt. Ze hapt naar adem en kijkt naar de staak in haar borstkas. Dan glimlacht ze. ‘Je miste.’ Zegt ze moeizaam.
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, hoor. Dat had ik zo gepland.’ Ik kijk naar de horizon en zie dat het niet lang meer zal duren voor de zon opkomt. ‘Waar is mijn ketting?’ vraag ik op dwingende toon.
Ze schudt arrogant haar hoofd. ‘Dat ga ik jou niet vertellen.’
‘Fout antwoord.’ Zeg ik fel. Ik geef een draai aan de staak. Weer gilt ze het uit van de pijn. ‘Waar is mijn ketting?’
Weer schudt ze haar hoofd. ‘Oké, prima. Dan neem ik die van jou wel.’ Ik ruk de ketting van haar nek en wil weglopen.
‘Nee wacht!’ Ik draai me om en weet dat ik gewonnen heb. Ze is nog zal nog niet sterk genoeg zijn om weg te komen voor ze verbrand.
‘Hij is bij Damon.’ Zegt ze.
‘Je liegt.’ Ik kijk boos.
‘Nee, echt niet.’ Ineens kijkt ze me met een vreemde blik aan. ‘Echt waar. Ik gaf het aan hem vlak voor we zoenden.’ Dat doet pijn. Ze had beter gewoon mijn hart er uit kunnen rukken. Ineens vind ik dood niet meer genoeg. Ze moet lijden, zoals ik die 145 jaar geleden heb. Ik sleep haar mee terug richting de tombe.
Reageer (2)
kei zielig voor alice
1 decennium geledensnel verder(H)
Arme Alice.
1 decennium geledenkut Katherine
Zij moet altijd alles verpesten..