6. Blinded by his eyes
Ik zit op mijn bed met mijn hoofd in mijn handen en overdenk mijn dag vandaag. Katherine heeft me alles uitgelegd. Over compulsion, over hoe je onmenselijk snel kan rennen, over een kruid genaamt vervaine en over hoe je het best kan verschuilen dat je een vampier bent, maar vooral heeft ze me duidelijk gemaakt dat Damon en Stefan dit nooit mogen weten. Ik kijk naar buiten. Het is al bijna donker maar toch moet ik hier even weg. Even wat frisse lucht.
Voor de tweede keer vandaag zit ik bovenop de heuvel en kijk neer op Mystic Valley. Twee weken geleden was mijn leven nog erg normaal. Ruzie met mijn ouders lijkt nu ineens niet meer zo erg. Als ik dit terug zou kunnen draaien zou ik sowieso nooit meer ruzie met ze hebben. Dit is vreselijker dan jurken dragen, alsmaar beleefd zijn tegen iedereen en alle regels.
Ik word onderbroken uit mijn gedachten door Damon die aan komt gelopen.
‘Zo, zo, jij bent nog laat op.’ zegt hij lachend.
‘Dat kan ik ook van jou zeggen.’ Alleen zijn lach spoelt zo al mijn zorgen weg.
Hij komt naast me zitten. Meteen word ik helemaal warm van binnen. Ik vind hem echt heel leuk. Alleen al door naar hem te kijken, weet ik dat ik de juiste keus heb gemaakt. Even vergeet ik alle dingen die vandaag zijn gebeurd. Ik kijk alleen naar hem. Het lijkt wel of alles wat ik al voor hem voelde, is verdubbeld. Ik adem diep in en direct ruik ik de geur van zijn bloed. Ik schrik ervan maar het ruikt heerlijk en even voel ik de drang om zijn bloed te drinken. Meteen verwerp ik het idee. Nooit zou ik dat doen. Ik ril bij de gedachte.
‘Heb je het koud?’ vraagt Damon.
Ik bloos. ‘Ja, een beetje.’ lieg ik. Ik voel niets van de kou.
Hij trekt zijn jasje uit en legt het over mijn schouders. Ik kijk hem dankbaar aan en glimlach.
‘Wat heb je vandaag nog verder gedaan?’ vraag ik om de stilte te breken.
‘Niet veel eigenlijk.’ lacht hij. Weer krijg ik het weer helemaal warm. Ik moet het hem vertellen, denk ik. Hij moet weten wat ik van hem vind. Ik raap al mijn moed bij elkaar.
‘Damon, ik moet je wat vertellen.’
‘Wat is dat?’ zijn ijsblauwe ogen fonkelen in het maanlicht.
Het zorgt ervoor dat ik niet meer helder kan nadenken. Had ik nog helder kunnen denken, dan had ik het hem waarschijnlijk gewoon verteld, maar om de een of andere reden kwam dat nu niet bij me op.
‘Eigenlijk was ik nooit zo goed met woorden. Ik kan het beter laten zien.’ zeg ik dan buig ik voorover om hem te zoenen. Hij deinst terug.
‘Sorry.’ zegt hij met een moeilijk gezicht. ‘Ik hou van Katherine.’ de medelijden is op zijn gezicht te lezen.
Tranen wellen op in mijn ogen en ik voel mijn hart breken. Ik sta op en ren weg. De tranen stromen over mijn ogen. Op een gegeven moment ga ik steeds sneller rennen. Zo ver mogelijk.
Dan struikel ik en val op mijn buik. Het doet niet eens pijn. Ik rol op mijn rug. Er buigt een man over me heen.
‘Jonathan, ik heb er nog een.’ zegt hij.
Ik ga snel staan. De man heeft een compas vast, wat naar mij wijst. Ik voel me veranderen en wil hem aan vallen. Maar dan giet hij iets bij me naar binnen.
Ik krimp een van de pijn. ‘Wat doen jullie?’ vraag ik kermend van de pijn.
‘Vervaine.’ zegt hij grijnzend. ‘Binnenkort zijn jullie allemaal uitgestorven.’
Ik zak ineen op de grond.
Hij doet me een soort muilkorf om en legt me achterin een koets.
Reageer (3)
kei erg!!!
1 decennium geledensnel verder
oei<
1 decennium geledenverder
;o
1 decennium geledenomg nein!
super trouwens <3