Vertellen
Het portretgat zwaaide open, en Liëne stapte bevend naar binnen. Daar zaten ze alle zes te lachen om waarschijnlijk een of andere grap van de tweeling.
Freek had waarschijnlijk gehoord dat het portret was opengegaan. Liëne had zo’n vaag voorgevoel dat hij meteen door had dat er haar iets dwars zat. Hij schoof op om plaats te maken voor haar. Met een zucht plofte ze neer, en had daardoor ook de aandacht van de rest getrokken. Ze keken haar stuk voor stuk bezorgd aan. “Ik moet jullie iets vertellen” mompelde ze toen iedereen maar bleef kijken.
Het was gelukkig uitgestorven in de leerlingenkamer want het was inmiddels al half 12. zo kon in ieder geval niemand anders horen wat ze te vertellen had. “Ik ben zoals jullie weten door het schoolhoofd ge vraagt te komen. Hij heeft me iets over mijn familie verteld.” Liëne nam even een grote hap lucht om alles zo snel mogelijk achter elkaar te zeggen. “Professor Sneep is mijn broer.” Om hun reactie niet te hoven zien keek ze naar haar schoenen.
Na een tijdje nam Liesbeth voorzichtig het woord. “En wat gaat er nu dus gebeuren?” “Niks, als het grote vakantie is ga ik gewoon weer naar het weeshuis, en op school doe ik gewoon of er niks aan de hand is.” “Maar waarom dan ik zou echt niet weten wat ik zonder mijn lieve tweelingbroer zou moeten.” George nam even een pauze maar sprak toen weer “wacht natuurlijk kan ik begrijpen dat je hem niet wil kennen hij is daar gewoon te eng voor.” “Het is wel een zak zeg, hij laat je gewoon weer naar dat weeshuis sturen en gaat zelf dan lekker naar zijn eigen huis.” Mompelde Denise geïrriteerd. “Maar ik wil jullie eigenlijk vragen om het niet door te vertellen, want dat heb ik liever niet. Ik denk ook dat sneep dat niet wil.”
Iedereen knikte of mompelde instemmend. “Ik ga naar boven ik ben moe en ik ga me zenuwachtig maken voor morgen.” Zij Liëne terwijl ze gapte. “Waarom zou je je zenuwachtig moeten maken?” “Omdat we morgen toverdranken hebben.” Met die woorden slenterde Liëne de trap op. Vlug trok ze haat pyjama aan en kroop onder de dekens. Ze dacht terug aan wat Perkamentus gezegd had. Haar ouders hadden sneep mishandeld omdat hij geboren was. Best wel triest eigenlijk. Maar toch wist ze niet waar ze liever had willen wonen, thuis en mishandeld woorden of in een weeshuis en mishandeld woorden. Dat moest ze haar vrienden eigenlijk ook nog vertellen, maar hoe vertel je dat? Hé alles goed met jullie, o ja heb ik al verteld dat ik in het weeshuis geslagen woord en als mevrouw de wit in een slechte bui is woord ik wel eens in de bezemkast opgesloten voor een week en dan gaat de deur alleen open voor eten of drinken?
Nee ze moest nog maar even wachten met het vertellen, en als ze het waarschijnlijk had verteld werd ze wel door haar vriendinnen mee gesleept naar professor Anderling, of professor Perkamentus. Daar had ze ook geen zin in. Trouwens ze hoefde volgende zomer pas weer terug naar dat weeshuis. Gelukkig waren de blauwbekken al aan het weg trekken dus over een paar dagen hoefde ze ook niet meer zo voorzichtig te zijn.
De deur ging zachtjes open en Liesbeth kwam binnen. Ze liep niet, zoals Liëne verwacht had, naar haar eigen bed, maar rechtstreeks naar dat van haar. “Lien je weet toch wel dat we allemaal achter je staan, wie je familie ook mach zijn.” Liesbeth trok Liëne in een stevige knuffel. Dat was het moment waarop ze door had dat er tranen over haar wangen gleden. Langzaam kroop ze tegen Liesbeth aan. Ze voelde zich voorgelogen door haar familie.
Liesbeth zij niks en vroeg niks. Dat was alles wat Liëne nu even nodig had, gewoon twee armen om haar heen.
Toen ze was uitgehuild begon haar vriendin pas met praten. “Denise is beneden het plan, om sneep voorschut te zetten, nu uit het hoofd van de jongens aan het praten.” Liëne sprong op. “Wat is ze aan het doen! We gaan gewoon door met het plan.” “Maar hij is wel je broer.” “Nou en, hij hoeft mij niet en ik hem niet dus wat mij betreft is hij alleen mijn professor toverdranken, en heb ik een hekel aan hem, want hij liet mij in 1 les twee keer nablijven.” Liesbeth begon te grijnzen. “Gelukkig want eerlijk gezegd vind ik sneep een grote zak en verdient hij het om voor schut te woorden gezet, dus ik ben blij net je beslissing.”
Samen rende ze de trap af naar de leerlingenkamer. “Wacht even, het plan mach van mij door gaan.” Zij Liëne hijgend toen ze naast Freek stond. Hij keek haar even raar aan. “Je hoeft dit echt niet voor ons te doen hoor Lien. We begrijpen het wel als je hem geen pijn wil doen”. “Nee, dat interesseert me niet. Hij hoeft mij niet en ik hem niet,dus we gaan gewoon door. Hij is nog steeds de zelfde vervelende professor, om het even zacht uit te drukken.” Iedereen begon te grijnzen. Freek trok Liëne op de bank naast hem. Ze merkte dat ze wel heel dicht tegen hem aan zat en begon te blozen.
Reageer (1)
hihi
1 decennium geledenleuk
snel verder