Op excursie
Ik hoop dat we veel reacties krijgen.
Margo;
Terwijl ik naar de de eetzaal liep, dacht ik na over mijn gesprek met Anderling. Hoe moest ik in hemelsnaam die familie opsporen? En als ik ze dan eindelijk gevonden had, wat moest ik dan in hemelsnaam tegen ze zeggen? Ik haalde diep adem. Ik moest gewoon even rustig nadenken. Welke problemen moest ik oplossen?
Probleem 1: Hoe kon ik ongezien Zweinstein verlaten om naar het dorp van Kerstene Cupcake te komen?
Probleem 2: Hoe moest ik Kerstena Cupcakes familie vinden?
Probleem 3: Wat moest ik tegen Kerstena's familie zeggen?
Ik besloot eerst maar wat te eten voordat ik over deze drie problemen nadacht. Zoals mijn oma altijd zei; eerst een knolletje en dan het bolletje. Oftewel met een lege maag kun je niet nadenken.
Ik ging aan de eettafel van Ravenklauw zitten, en nam een broodje. Ik hoorde vaag geroezemoes over mijn nieuwe jurk, gemaakt van radijsjesbladeren (past goed bij mijn oorbellen), maar ik nam aan dat ze gewoon jaloers waren. Zou ik ook zijn als iemand anders op dit orginele idee zou komen.
Mijn overpeinzingen werden gestoord door rumoer aan de lerarentafel. Perkamentus stond op.
Ik mocht Perkamentus wel. Hij is niet zo bekrompen als iedereen en hij is bereid dingen te geloven waar geen bewijs voor is.
“Geachte studenten” begon Perkamentus. “Het is mij een genoegen om mede te delen dat er weer een schoolreisje op stapel staat. Het...”
Perkamentus moest even stoppen omdat hij onmogelijk over het gejuich van alle leerlingen kon komen.
Toen de gemoederen weer wat bedaard waren ging Perkamentus verder.
“Het schoolreisje gaat dit keer naar Maggieville. Maar denk eraan het is een excursie. Het is de bedoleing dat jullie er wat van leren. In overleg met de andere leraren heb ik besloten dat jullie zelf jullie mogen beslissen waar jullie naar toe willen. Maar denk eraan het moet wel educatief zijn.
Zoals musea bezoeken, oude gebouwen bekijken of dreuzelfamilies vertellen wat er is gebeurd met hun lang geleden verdwenen familielid. Ik noem maar wat.
Ga nu maar snel jullie spullen pakken. Ik verwacht iedereen stipt 3 uur in de gang, met alle bagage. Dus als je iets vergeten bent in te pakken, dan heb je pech. Sorry, Lubbermans.”
Ik bleef verstijfd zitten, niet in staat me te bewegen, ookal had bijna elke leerling de eetzaal al verlaten. Ik wist dat professor Anderling naar me staarde maar ik kon het niet opbrengen om te bewegen.
Dit uitje kon geen toeval zijn. Zou Anderling het tegen Perkamentus gezegd hebben of had hij het aangevoeld. Mijn gedachten buitelden over elkaar. Dit was allemaal zoveel.
Ik schudde mijn hoofd om hem helder te krijgen en merkte dat iedereen inclusief de leraren de eetzaal hadden verlaten.
Snel stond ik op, liep naar de leerlingenkamer van Ravenklauw, loste het simpele raadsel die de adelaar me gaf op -Iemand doodde niemand en toch doodde hij er twaalf. Hoe kan dat?- en ging naar mijn kamer.
Wat zou ik mee nemen naar Maggieville? Ik kon me niet voorstellen dat ik veel meer nodig zou hebben dan mijn toverstaf. Maar zoals mijn oma zou zeggen: “Vergeet je je spullen, dan word het brullen.” Oftewel als je spullen vergeet dan krijg je daar later spijt van.
Na lang wikken wegen was ik er eindelijk uit wat ik zou meenemen.
Ik nam mee;
Mijn toverstaf, (duhhh!)
Wat dreuzelgeld en wat tovernaarsgeld, (Mijn oma zei altijd: “Hoe meer centjes, hoe meer complimentjes”)
Mijn gele kleurige nefriet hanger tegen Dimmels, (Voor het geval er heel veel appels zouden zijn)
Een zak Smekkies in alle smaken, (Om maar even in herhaling te vallen; eerste een knolletje en dan het bolletje)
Een stel dreuzelkleren, (Onderschat nooit de kracht van een spijkerbroek)
Een supersnelspellende veer en een opschrijfboekje (Alweer een spreuk van mijn oma: “hoe meer je schrijft, des te blijer je blijft”)
En als allerlaatste een boekje met informatie over Kerstena Cupcake. (dat was niet erg veel, ik had maar twee krantenknipsels kunnen vinden. Eentje vertelde over haar geboorte. En het andere was een piepklein krantenbericht dat over haar verdwijning ging)
Doordat ik zo lang over het inpakken van mijn spullen had gedaan, had ik nog maar 5 minuten tot het 3 uur zou zijn. Dus eigenlijk zou ik moeten gaan rennen. Maar tijd is relatief, dus besloot ik maar gewoon naar de gang te wandelen op mijn gewone tempo.
Toen ik bij de gang was aangekomen, bleek dat het inderdaad verstandig was geweest om gewoon te lopen. Minstens de helft van alle leerlingen was nog niet aanwezig. Alle leraren waren er wel, behalve dan Perkamentus.
Om half 4 kwam eindelijk de laatste leerling aangehold. Het was Harry, en helemaal buiten adem. “Zo, meneer Potter” begon Sneep met een kleine glimlach -Wat had die man toch een heerlijke neus- “Denkt u dat de gewone regels niet voor u gelden, meneer Potter? Denkt u dat u beter bent dan alle andere, meneer Potter? Gaat u dezelfde kant op als u vader meneer Potter?”
“N... Nee... Nee. P...Professor Sneep.” Stamelde Harry. “Ik was alleen... uh... uh...”
Verbeelde ik het me nou of keek Hermelien Harry even waarschuwend aan?
“Ik was de tijd vergeten. Sorry, professor Sneep”
“Dat is geen excuus, meneer Potter. Je hebt de groep opgehouden en daar moet je dan ook de consequentions van dragen, meneer Potter. Dus, eens even denken wat voor straf zal ik je eens geven? Aha, ik weet het al. Omdat jij het altijd zo leuk vind om door de schoolgangen te sluipen, mag je meneer Vilder gaan helpen. De rest van het schooljaar”
Sneep genoot van dit moment, dat kon je gewoon zien, -Die neus. Ach, die prahtige neus!- Maar net op dat moment verstoorde perkmantus zijn mooie moment, door hijgend en met wapperende mantel
aan te komen hollen.
“Waaron krijgt Harry straf, mijn waarde Severus?”
“Nou professor hij was een half uur te laat!”
“Ach mijn waarde Serverus. IK ben een half uur en 6 minuten te laat. Ga je mij nu straf geven?” zei Perkamentus met een verdachte twinkeling in zijn ogen.
“Nee, professor Perkamentus.” antwoord Sneep. De glimlach was al van zijn gezicht verdwenen.
“Nou, het zou niet eerlijk zijn als Harry wel straf zou krijgen. Dus krijgt niemand straf, en leven we allemaal nog lang en gelukkig. En nu, op naar Maggieville. Ik snak naar een flesje echt Maggieville's boterbier.”
En met die woorden draaide Perkamentus zich om, en liep de school uit met alle leerlingen achter zich aan.
Ik zag dat Sneep het niet eens was met Perkamentus zijn beslissing, maar hij protesteerde niet en perste zijn lippen stijf op elkaar. Met grote passen beende ook hij de school uit.
Ik haalde diep adem, en volgde hem toen.
Op naar maggieville!
Er zijn nog geen reacties.