6) Hotel

6 uur 's ochtends, en ik was in Tokyo, Japan. Wanneer ik uit de luchthaven kwam, slaakte ik een gilletje. Een groepje mensen draaide zich om en staarden me aan. Ik glimlachte een beetje ongemakkelijk, en stak de drukke straat van de luchthaven over.
Ik keek op de achterkant van mijn foldertje, waar een grondplan op stond. Ik zocht naar het hotel 'Asakusa', maar nergens op mijn plannetje vond ik het.
Ik besloot om uit deze drukke menigte te gaan en het te vragen, en stapte gewoon een paar straten in.
Een vrouw met kind stapte voorbij. Ik waagde het erop.
"Konnichiwa! Yuna desu, hajimemashite."
"Hajimemashite, Juki desu." zei de vrouw zo snel dat ik het bijna niet verstond.
"Ehm.. Hotel Asakusa?" vroeg ik.
"Dono yona?" vroeg ze verward. Ik begon het al helemaal niet meer te snappen, en begon tekentjes te maken van slapen en ik wees naar mijn valies.
"Ooooooh! Hoteru Asakusa!"
Ik knikte.
"Hidari e no saisho no michi!" zei ze met een glimlach op haar gezicht. Hidari betekende links. Dat had ik al ergens gehoord.
"Arigato" zei ik, en ik ging verder naar m'n zoektocht naar het hotel.