- 011
Sirius Black.
Vandaag is het weer volle maan, en ik zie aan Remus dat hij zwakker aan het worden is. De lessen gaan langzaam en lijken uren te duren, maar James en ik maken het wel leuk door grappen uit te halen met Snivellus en de leraren. Maar als het avond is, worden we alle vier stil. Remus gaat 'zogenaamd' weg naar zijn zieke moeder, hij verdwijnt door het potretgat en ik zie Valerie hem achterdochtig aan kijken. Ik zucht even. Het voelt niet fijn om een geheim voor haar te houden, maar het zou te gevaarlijk zijn. "James, Peter, zullen we naar boven gaan?" Alle twee de jongens knikken en staan op. Ik volg hun voorbeeld en wil weglopen, als Valerie me tegen houdt. "Ik wil praten, nu." Ze kijkt me vast besloten aan en met tegenzin loop ik achter haar aan. "Wat is er nou, Sirius? Je ontloopt me al een hele week en vandaag doe je zo raar!" Ik zucht. "Sorry, ik zit even in een dipje. Ik had een brief van mijn ouders gekregen vannacht en ik was geschrokken," loog ik. Ik haat het om te liegen tegen Valerie, maar ik wil Remus niet verraden. "Oké dan, weltrusten." Ik druk een kusje op haar lippen en loop naar boven. "Wat wou ze?" Meteen als ik binnenkom sleurt James me mee. "Weten wat er aan de hand was." "Wat heb je gezegd?" piept Peter. "Dat ik vannacht een brief van mijn ouders had gekregen, en geschrokken was. Dat ik in een 'dipje' zat." James kan het niet laten om te lachen en ik grijns wat. Het voelt gewoon niet goed. "James?" James stopt met lachen en kijkt me aan. "Ik heb een slecht gevoel voor vanavond." James knikt ook. "Komop, de maan komt over een kwartiertje tevoorschijn." We knikken allemaal en kruipen onder James onzichtbaarheidsmantel. We lopen stiekem door de leerlingenkamer en ik zie Valerie bezorgd kijken. "Ik ga naar Amber," zegt ze dan. Ze loopt ons voorbij en raakt me bijna. Even lijkt ze te snuiven in de lucht maar daarna schudt ze haar hoofd en verdwijnt. We hebben gelukt dat ze de portret niet goed heeft dichtgedaan en glippen weg. Eenmaal buiten doen we James' mantel af en rennen naar het verboden bos. Ik transformeer in een hond en zie dat James en Peter ook veranderen. We rennen naar Remus, die op elk moment kan transformeren. "Dankje, jongens." We knikken alle drie onze hoofd en dan begint het. Ik hoor zijn botten kraken en even later is Remus een weerwolf. We besluiten door het bos te gaan lopen, Remus in het midden, ik rechts, James links en Peter achteraan. We lopen door het bos maar als ik iets hoor ritselen schrik ik op en kijk achterom. James zie ik ook al kijken. Bruine haren schieten weg en ik kan ook nog blonde haren onderscheiden. Helaas heeft Remus het ook gezien en rent er op af. Ik ren hem achteraan, gevolgd door James en Peter, maar bij snelheid kunnen we Remus niet verslaan.
Reageer (1)
Eigen schuld, dikke bult! Moesten ze maar gewoon wachten tot ze het zelf willen vertellen.
1 decennium geledenVerder