002

Je was je koffers aan het inpakken tot er iemand bij je aanbelde. Je ging naar beneden toe en deed de voordeur open. Meteen werd je omhelst door Annelies. jij: hey, ik was juist bezig met mijn koffers in te pakken. Annelies: ik had een vraagje. jij: en dat is ? Annelies: zin om nog eens te gaan shoppen? jij:wacht even ik ga even mijn handtas nemen. Je pakte je handtas die toevallig in de gang stond, ging naar buiten en sloot de deur. jij: met wiens auto? Annelies: doe maar de jouwe, ik ben te voet naar hier gekomen. jij: oké. Jullie stapten in jou auto in en jullie reden naar de stad toe. In de stad aangekomen, stapten jullie uit en deed je de auto op slot. Jullie stapten eerst de New Yorker binnen. Jullie pasten wat kleding en kochten wat. Zo gingen jullie een aantal winkels af. jij: straks heb ik geen geld meer voor op reis. En je keek Annelies lachend aan. Annelies: dat zal wel. Jullie lachten nog eens en na een tijdje gingen jullie terug naar huis toe. Je zette Annelies bij haar thuis af. jij: tot overmorgen. Annelies: tot overmorgen. Je reed door naar je huis dat 2 straten verder was en je zette je auto uit. Je ging naar binnen en zag dat je vader thuis was. vader: en wat heb je gekocht? Je liet je 2 nieuwe skinny's, een rokje en 2 topjes zien. vader: mooi, maar ik dacht dat je je geld ging sparen voor in Spanje ?