- 008

We verstoppen ons voor de rest. "Wedden dat we dit jaar heel veel problemen zullen krijgen?" zegt hij zachtjes in mijn oor. "Zeker." Hij drukt zijn lippen op de mijne en tikt mijn zijn tong tegen mijn lippen. Ik open mijn mond en laat zijn tong binnen. Na een tijdje trekt hij zich terug en lopen we weg. Ik ga naast Amber lopen. "Je bent rood," constateert ze. Ik grinnik en geef haar een veelbetekende blik. "Hoe zoent hij?" vraagt ze zachtjes. Ik zie dat Lily ons achterdochtig aan kijkt. Ik steek mijn duim op en we lopen het lokaal binnen. "Miss Potter en mister Black," Ik zie iedereen bij mijn naam opkijken. "Ik moest vragen of jullie naar jullie Headmaster wouden gaan." Ik kijk Sirius aan en we schieten in de lach en lopen gauw weg. "Fijn, eerste drie weken geen vrijheid meer!" Ik kijk Sirius hopeloos aan. "Wel al het nablijven samen?" Ik grinnik. "Amber weet van ons." "Hoe?" Ik grinnik. "Ze zag ons zoenen die nacht." Eerst kijkt Sirius verbaasd, maar herinnert zich dan onze reputatie en schiet in de lach. "Jullie zijn ook duiveltjes." "En jij bent braaf zeker?" "Dat zei ik niet!" verdedigt Sirius zich.
We lopen naar het kantoortje van McGonagall. "Miss Potter, oh, en mister Black. Ik wil dat jullie me een goede regen geven om de eerste drie uur te missen." "Verslapen!" "Jullie beiden?" We knikken en McGonagall kijkt ons vragend aan. "Zaterdag, nablijven." "Ehm, professor. Dan moeten we al nablijven," Ik kijk haar voorzichtig aan. Ze trekt haar wenkbrauwen op. "Die week erna dan, miss Potter." We willen weglopen maar ik bedenk me. "Trouwens, professor, wat is het wachtwoord van de leerlingenkamer?" Ze kijkt ons vragend aan en gebaart te zitten. "We konden er gisteren niet in komen en moesten ergens anders slapen, daar was geen wekker dus we konden er niks aan doen!" Sirius kijkt haar smekend aan. "Goed, nablijven vervalt en het wachtwoord is Friends." We knikken en lopen terug naar de les. Als we daar eindelijk aankomen moeten we gauw gaan zitten. "En? Nablijven?" Ik schudt grijnzend mijn hoofd en let op, voordat ik alsnog moet nablijven.