Hoofdstuk 3

'Hallo. Ben jij Lisa'?
'Ja, ja dat ben ik'.
'Je moeder is buiten westen geraakt. Ik weet niet of..'
'Ik wil haar zien'.
'Kan je dat wel aan'?
'Maakt niet uit. Ik wil haar zien, ik moet haar zien'!
'Goed, volg mij dan maar'. Ze liepen een grote trap op. Eenmaal boven liepen ze de hele gang af. 'Deze deur in. Ik wacht hier op je. Succes'. Lisa knikte en liep naar binnen. Daar zag ze iets wat ze liever nooit van haar leven had gezien. 'Mam..Mamma'? Haar moeder zei niets en bleef stokstijf liggen met haar ogen dicht. 'Geen zorgen, mamma. Alles komt goed. Houd vol'! Er liep iemand naar binnen. 'Hallo Lisa. Het spijt me voor wat er met je moeder is gebeurd'.
'U moet de dokter zijn die me belde. Waarom spijt het u'?
'Ik ben dokter Wilsten. En het spijt me omdat we niet weten wat ze heeft.. of hoe we het moeten behandelen'.
'Dat geeft niet, toch? Jullie komen erachter en dan komt alles goed'.
'Nou, er is één ding dat je moet weten. Als je moeder niet binnen 3 weken behandeld wordt..''
'Dan'?
'Dan.. sterft ze'.
'Wat'! Lisa dacht na.
'De magie kleine meid.. Er is een oplossing'.
'Wie.. Wie is daar'?
'Lisa, is er iets'?
'De magie, kleine meid. Wees niet bang voor de magie'.
'Lisa'? Lisa keek opeens de dokter in de ogen aan. 'Ik heb zo'n sterk gevoel.. Dokter Wilsten, ik zal de oplossing vinden! Dat beloof ik'! Ze draaide zich om en liep weg. 'Tot snel'. Zei ze over haar schouder.