Hoofdstuk 3

Boos ging ik zitten en nam een vork.
'Ik heb helemaal geen honger.' zei ik en liep een beetje door het kasteel.
'He!' twee jongens met rood haar liepen op me af.
'Ben jij een Griffoendor?' vroeg de een.
'Ja, en ik weet er ook een te vinden waar ik een date mee krijg.' ik dacht even niet aan Carlo.
De jongens bloosden en renden weg.
'CARLO!' riep ik en rende naar de toren van Huffelpuf.
'Wat is er?' vroeg hij.
'Ik heb een jongen ontmoet, twee eigenlijk, en je vind het hopelijk niet erg dat ik een keer met ze uitga.' ik glimlachte en keek hem aan.
'Zolang ik ook nog een date krijg.' Carlo vond het goed dus.
'Weltrusten.' zei ik en liep naar mijn eigen slaapzaal.
In de leerlingenkamer was het onwijs druk, en ik zag natuurlijk iedereen die bij mij in het jaar zat.
'Vanessa?' ik zag de pestkop die in voorgaande jaren in Griffoendor zat (Die Zwadderaars pestte.) hier.
'Wat doe jij hier?' vroeg ik.
'Van mijn vader, Cornelis Droebel, mag ik zelf beslissen in welke afdeling ik mag zitten.' Vanessa zwaaide met een briefje voor mijn ogen.
'Ik mag in elke leerlingenkamer kijken en dan beslissen welke het word.'
'En ik denk dat ik ga voor Griffoendor, alweer.' ze lachte hatelijk en liep weg.
Huilend keek ik in mijn koffer.
'Mijn dagboek!' gilde ik.
Ik rende zo snel als ik kon achter Vanessa aan.
'Je hebt iets wat niet van jouw is.' ik griste het boekje uit haar handen en zei 'Soms moet je je gorilla-handen thuishouden.'
Op de terugweg naar de slaapzaal kwam ik professor Krinkel tegen.
'Goedenavond.' ik lachte en ging naar bed.
De volgende ochtend kwam ik Plank tegen 'He Bella.'
'Tisser?' zei ik.
'Niks.'

'De dreuzels konden er niks aan doen...' bij geschiedenis van toverkunst was de saaie sfeer weer.
'En nu het huiswerk.' grote stapels papier vielen op de tafels.
Met veel moeite stopte ik het huiswerk (van tweehonderd velletjes) in mijn rugzak.
Nu naar Toverdranken.
'Vandaag maken we een simpele toverdrank, namelijk waarheidsserum, Bella, zou jij het voor de klas willen laten zien?' zei pap en trok me naar voren.