Ik lag weer eens in mijn kamer, het was een paar dagen geleden sinds ik was ontsnapt. Ik had me daarna braaf gedragen, hopend op medelijden van mijn ouders. En gelukkig die kwam er, s’middags.
‘Je hebt je goed gedragen’ begon mijn moeder, ‘en we weten niemand anders die dit kan’. ‘Nou ja de andere kunnen we niet missen, dus je moet naar de klerenmaakster’
‘Wat’?!! riep ik
‘Je gaat’ zei mijn moeder, ‘of je vaart nooit meer uit’!
‘Oke ik ga’ zei ik
‘Goed zo’ zei ze, ‘en niemand gaat met je mee’
‘Oke’ zei ik, ‘maar mag ik wel een zwaard mee nemen’?
‘Vooruit’ zei ze, ‘GA’!
‘Oke oke’ zei ik, en ik liep naar beneden. Eindelijk benden, ging ik door de achter deur. En ik liep naar de straten. Terwijl ik door de straten liep, hoorde ik opeens iemand au roepen. Ik rende naar het gegil, en rende steeds verder. Op eens was het weer stil, en wist ik niet meer waar ik heen moest.
‘’Asjeblieft laat iets van je horen’’dacht ik, en op dat moment hoorde ik nog een gil. Ik rende naar het geluid toe, en toen ik daar was zag ik dat ik op tijd was. De man stond over haar heen gebogen, en ik zag bloed over haar arm heen lopen. En der liep ook bloed over haar nek, ik keek geschrokken toe.
‘’Wie is zij toch’’dacht ik
Maar ik was al snel over mijn schrik heen, en liep naar hun toe.
‘Laat haar met rust’ riep ik, en ik trok hem van haar af.
‘Dit gaat je niks aan’ riep de man, ‘Ga weg’
‘Laat haar gaan’ zei ik, ‘of anders zal ik met je vechten’
‘Doe maar’ zei de man, ‘als ik win ga ik door met wat ik deed, als jij wint mag ze gaan’.
‘Wat zijn de spelregels’ ? vroeg ik
‘De eerste die bloed’ zei de man
‘Oke’ zei ik
‘Nee’ schreeuwde het meisje, en ze ging tussen ons in staan. Maar de man schraapte met zijn arm over haar al verwonde arm. Ik duwde haar weg, en liet mijn zwaard het zwaard van de man ontmoeten. Ik en de man gingen tegen elkaar in, en ik zag elke keer het meisje in een hoekje zitten. Ik zag dat ze bang was, maar veel van haar kon ik niet zien want ik was bezig met mij zelf beschermen. Toen ik weer keek zag ik haar vol afschuw naar haar arm staren, en ik gooide me er weer volop in. En ik kreeg de man op de grond, en hij keek naar haar. In de seconden dat ik was stil blijven staan, was de man naar het meisje gegaan en haar ruw overeind gehaald. En het mes lag weer op haar hals, en de plek waar hij haar vasthield was helemaal rood.
‘Stop of ik dood haar’ zei de man
‘Oke rustig aan’ zei ik, en voordat hij iets kon doen had ik hem verwond. Hij keek me aan maar deed verder niks en uiteindelijk liep hij weg. Ik keek naar het meisje en ik liep naar haar toe, ik stak mijn hand voor de derde keer naar haar uit.
‘Kom maar ik help je overeind’ zei ik, maar op dat moment werd haar blik wazig en haar lichaam was slap.
‘Oh shit’ zei ik, en ik pakte haar vast en legde haar in mijn armen. Zo liep ik naar de klerenmaakster, ik liep zo naar Cassandra toe.


Toen ik wakker werd, werd alles langzaam iets minder wazig. En ik probeerde mijn ogen verder open te doen, maar dat lukte niet. Ik deed langzaam mijn ogen weer dicht, en al snel deed ik mijn ogen helemaal open. De kamer was leeg afgezien van mijn tekeningen en Andrea, toen ze zag dat mijn ogen open waren.
‘Hoe gaat het’ vroeg Andrea
‘Goed’ zei ik, ‘alleen mijn arm doet zeer’
‘Hoe ben je die jongen tegen ge komen’ vroeg Andrea
‘Wat’? vroeg ik
‘Die jongen’’zei Andrea, ‘Hij heeft je naar huis gedragen’
‘Snel die tekeningen van die jongen’ zei ik
‘Welke’? vroeg Andrea
‘In het midden dat gezicht’ zei ik, ‘van die jongen’
‘Oh die’ zei Andrea, en ze liep naar mijn muur. Ze haalde de tekeningen van mijn muur, en ze gaf ze aan mij.
‘Maar waarom eigenlijk’ zei ze
‘Nou’ zei ik, ‘dat is de jongen van mijn droom’
‘Dit is de jongen van een van die dromen van jou’? vroeg Andrea
‘Ja’ zei ik
‘En je weet dat die jongen van beneden hier op lijkt’ zei Andrea, ‘Wacht eens even’! ‘Ik schreeuwde jouw naam en toen ging die jongen weg, een paar dagen geleden’!
‘Ja’ zei ik, ‘maar ik ben hem al eerder tegen gekomen’
‘Oh ja’ zei Andrea, ‘waarneer’?
‘Toen ik vis moest halen’ zei ik, ‘toen was Cassandra hier weer voor het eerst’
‘Oh ja’ zei ze
‘Wel toen viel ik plat’ zei ik, ‘en hij hielp me over eind’. ‘En toen ben ik heel snel blozend weggelopen’.
‘Echt’!! riep Andrea
‘Ja’ zei ik, ‘maar niks tegen Cassandra zeggen’
‘Oke’ zei Andrea, ‘waarschijnlijk zou je dan straf krijgen’
‘Waarschijnlijk’ zei ik
‘Laat mij je….’ Begon ze, maar voordat ze het af kon maken hoorde we voetstappen. We hoorden Cassandra roepen, we hoorden zelfs bijna wat Cassandra zei.
‘Asjeblieft’ zei Cassandra, ‘Kies mij’
‘Mag ik er langs’ zei een jongens stem
‘Vooruit’ zei Cassandra
En de deur vloog open, en daar stond de jongen. De jongen die me al drie keer geholpen had, de jongen die ik kende van mijn droom.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen