Hoofdstuk 2

Lisa zat in de les toen haar telefoon ging. Ze voelde hem trillen en had een akelig naar gevoel dat er iets niet goed was. Ze stond op en liep het lokaal uit. De lerares keek haar verbaasd na. Even later stond ze op en liep Lisa achterna. Toen ze op de gang kwam, zag ze Lisa met haar telefoon in haar handen. 'Lisa, je weet toch dat je geen telefoon mag? Ik zal hem moeten innemen'.
'Maar mevrouw.. Dit is heel belangrijk! Ik moet dit opnemen'!
'En waarom is het zo belangrijk'?
'Ik weet het nog niet helemaal zeker, maar ik heb zo'n naar gevoel dat er iets goed mis is.. Alstublieft'!
'Nou.. Goed dan, maar ik blijf erbij en houd je in de gaten'. Lisa keek op haar telefoon. Onbekend. Toch nam ze op. 'Hallo? Met Lisa'.
'Hallo Lisa. Ik ben dokter in het ziekenhuis in de buurt van jouw school. Ik heb slecht nieuws'. 'De dokter.. Ik wist het..' Mompelde ze. 'Wat is er aan de hand, dokter'?
'Je moeder, ze ligt hier in het ziekenhuis. Ze wil je graag zien, maar is er erg slecht aan toe'. 'Ik kom er meteen aan'. Lisa hing op en liep weg.
'Lisa'.
'Het spijt me, mevrouw. Ik moet erheen. Alstublieft'!
'..... Succes'.
Lisa keek haar lerares aan en gaf haar een kleine glimlach. 'Dank u'.