Chapter 7.
Meteen stond ik op, de blikken van de coupé negerend. Ik wierp een lief, spottend glimlachje over mijn schouder. ‘Ogenblikje. Dit duurt maar even.’
Eenmaal de deur uit, pakte Athan me bij mijn schouders, zijn greep net iets te stevig. Ik wurmde me los en staarde hem aan. ‘Wat is er mis met jou?’
‘En dat vraag jij? Ik kan praktisch horen wat je denkt over al die mensen, terwijl je ze nog niet eens 10 minuten kent!’
Mijn kaak verstrakte. ‘Waarom moet jij altijd ‘mister nice guy’ spelen?’
‘Dat doe ik niet.’
‘Nee? Hoe komt het dan dat altijd ik degene ben die het weer fout heeft gedaan?’
‘Omdat je het gewoon vaak fout doet!’
Woedend staarden we elkaar aan.
‘Ik ben het zat om de hele tijd aan onwetende, naïeve mensen te worden voorgesteld! Waarom denken ze niet eens aan de toekomst? Nee, ze denken alleen maar aan zichzelf en hun reputatie op een school die misschien volgend jaar niet meer bestaat!’
‘Hoe moeten ze dat weten?’
‘Als ze gewoon naar Potter luisteren …’
‘Ze weten niet wat ze moeten geloven! Het zijn kinderen! Ze leven amper 15 jaar!’
‘Ik ben het zat om de hele tijd een verantwoordelijk persoon te moeten spelen! Ik ben nooit een kind van 15 geweest!’
‘En dat is niet hun fout.’
Ik staarde hem aan.
‘Ik denk dat ik even ga,’ zei ik toen, zo kalm mogelijk.
‘Waarheen?’
Zonder antwoord te geven liep ik weg, naar de achterkant van de trein. Of in ieder geval, dat dacht ik. Ik had geen richtingsgevoel.
’Geef antwoord!’
Athan begon nu zelf op dreef te komen. Ik wierp een minachtende blik over mijn schouder.
‘Moet je dat nog vragen? Weg van jou.’
Met grote boze passen beende ik weg.
Kilometers verderop glimlachte de Heer van het Duister.
Draco Malfoy bleek toch bruikbaar te zijn.
Een jongen van 15, met geen flauw idee van het feit dat de meester van zijn vader zonder enige moeite zijn geest kon binnendringen.
Door Draco had hij een goed beeld gekregen van de persoonlijkheden van de tweeling en hun duistere kanten. Het meisje was het makkelijkst te beïnvloeden; zij droeg al genoeg woede in zich. Het enige wat hij had moeten doen, was de lont aansteken.
Één al bijna binnen, nog één te gaan…
Er zijn nog geen reacties.