Hoofdstuk 10: ruzie
We besluiten om beneden in de zetel samen wat tv te gaan kijken. Liam legt zijn armen om mij heen en ik leg mijn hoofd tegen hem aan. Na een tijdje komen Quinn en de rest ook terug thuis. Ze hebben meteen door wat er gebeurt is. Quinn komt me een knuffel geven en fluistert in mijn oor: ‘Zie je wel, ik heb altijd gelijk.’ Ik schiet in de lach. ‘Ik ben blij dat je gelijk had.’ ‘Ik ben blij voor je als je gelukkig bent.’ De rest neemt het ook goed op. Ze zijn allemaal heel blij voor ons. We besluiten om samen nog verder tv te kijken. Als mijn ma thuis komt, vertel ik het haar ook meteen en stel Liam aan haar voor. Hij is heel vriendelijk. Hij zegt dat hij het morgen ook tegen zijn ouders gaat zeggen en dat ik dan maar eens moet langs komen om hen te ontmoeten. We blijven nog lang tv kijken met z’n allen. Daarna besluiten de jongens om toch maar naar huis te gaan. Quinn en ik zwaaien hen voor het huis uit. Liam geeft me nog een lange kus voor hij vertrekt. ‘Ik stuur morgen nog wel. Slaap zacht, schatje.’ ‘Slaapwel.’
Volgende dag, Liam pov
Ik word wakker doordat er iemand op mijn deur klopt. ‘Liam, sta je nog op vandaag?’ roept mijn moeder. Met tegenzin kom ik uit bed en besluit me eerst aan te kleden en dan te gaan eten. Als ik beneden kom, lach ik breeduit omdat ik nog zo gelukkig ben na gisteren. Mijn moeder haar gezicht staat op onweer dus ik besluit om me maar rustig te houden.
‘Liam, ik denk dat wij eens moeten praten.’ Zegt ze serieus. Oh jee dat betekent niet veel goeds als ze zo al begint. Ik knik en wacht op de uitbarsting. Ze draait zich om en gooit een tijdschrift op tafel. Boos wijst ze ernaar en ik besluit om dan toch maar te kijken wat ze nu weer hebben geschreven over ons. Elke keer als er een artikel over de groep instaat, laat mijn moeder me dat lezen. Dit voorspelt dus al geen positief artikel. Ik pak het tijdschrift en kijkt naar de voorpagina. Shit, dat is dus het probleem. Op de voorpagina staat een foto van mij en Sophia. Mocht het gewoon een foto van ons zijn dan zou het niet zo erg zijn, maar het is getrokken net op de moment dat ik haar een afscheidskus gaf. Natuurlijk vermoed het tijdschrift dat ze mijn vriendin is. Ze hebben wel gelijk ook.
‘Wat moet dat voorstellen?’ Ik hoor dat mijn moeder boos is maar zich probeert rustig te houden. Dat gaat vast niet lang duren.
‘Daar wou ik het vandaag nog over hebben. Ik wou vertellen dat ik een vriendin heb, maar ze zijn me blijkbaar al voor.’
‘Wie is ze?’
‘Harry’s vriendin, Quinn, heeft sinds paar dagen een stiefzus. En dat is Sophia. Ik heb haar bij Quinn leren kennen en ja het was gewoon meteen raak.’
‘Ik vroeg niet om de details. Je weet toch nog wat we hadden afgesproken. Vast niet meer. Want jij luistert toch nooit.’ Nu hoor ik dat ze toch al serieus boos wordt. Ik besluit om haar zelf maar te laten verder gaan.
‘We hadden afgesproken, geen vriendinnetjes. Eerst de band en daarna de liefde.’
‘Ik kan dat toch ook combineren.’ Nu begin ik zelf ook kwaad te worden.
‘Jullie gaan hier serieus fans door verliezen. Geef het nu niet op voor één meisje.’
‘Ze is niet zomaar een meisje. Ik hou van haar.’
‘Je zal moeten kiezen. De band of het meisje.’
‘Je kan me niet verplichten om haar niet meer te zien.’
‘Ofwel zie je haar nog, maar mag je niet meer weg voor concerten en zo. Ofwel zie je haar niet meer en blijf je in de band.’
‘Ik… ik…’
Reageer (1)
Ohmygod ;o
1 decennium geledenMooi geschreven ! x