The Job
De volgende ochtend werd ik wakker in een warm bed, dat stond in een donkere, stinkende kamer dat rook naar sigaren, sigaretten en drank. Een zachte kreun verliet mijn mond wanneer ik overijnd kom. Ik had een kleine kater. Gisteravond had ik namelijk -samen met de rest- aardig wat gedronken. Het was wel... gezellig, weet ik nog. Er waren geen gevechten en we hadden het gehad over... Tsja, mannen dingen. Ook over missies die zij in hun vroege jaren hadden gedaan.
Ik stond op en keek de kamer rond. Het was schemerig, de zon zou over een halfuurtje, een kwartier opkomen. 'Goedemorgen.' De bekende stem van Barney kwam links van mij. Ik kijk die kant op, maar ik zie niks. Dan stapt Barney uit de schaduw van de oude deur, dat vol zat gaten. Waarschijnlijk waren messen de oorzaak. 'Goeiemorgen, Ross...'
'Ga je mee?' Ik keek hem vragend aan. 'Waarheen?'
'Naar onze opdrachtgever, die voor Somalië.' Barney keek me dood normaal aan. 'Ja, is goed.'
'Mooi zo, kom mee.'
Er zijn nog geen reacties.