Sarita's Schrijfwedstrijd | Opdracht 1
De eerste opdracht:
Dit wordt voor sommige mensen een makkelijke, voor sommige een moeilijke.
Er was eens... En ze leefde nog lang en gelukkig.
Jullie gaan ieder een gloed nieuw sprookje schrijven.
Geen woorden limiet.
Inleveren via pb met de link van het verhaal.
En het moet beginnen met er was eens... en ze leefde nog lang en gelukkig.
Succes.
Inleverdatum: 25.8.2011
Er was eens in een land hier ver vandaan een koninklijk gezin. Met een koningin die zo netjes was dat burgers die niet twee keer op een dag een bad namen, verbannen werden. Met een koning die zo van de macht hield dat hij iedereen die ook maar een klein beetje macht had verbande. Met een geweldige prins als zoon die zo gemeen was dat hij door iedereen gevreesd werd. En dan had je nog de prinses en de dochter van het gezin. Ze was anders dan haar familie. Ze was niet netjes en hield niet van de macht. Ze was niet gemeen en gaf echt om haar burgers. Alleen waren de burgers niet anders gewend dan de strenge wet van haar ouders. Iedereen vond haar maar raar omdat ze niet zo was als haar familie. Haar familie schaamde zich voor haar en probeerde haar de ideale prinses te maken die haar familie wou dat ze werd. Maar te vergeefs. De prinses wou niet veranderen. Ze verzette haar tegen alles wat haar familie wou. Ze wou gewoon haarzelf blijven en had een hekel aan alle regels en wetten. Dit tot grote afschuw van haar familie en de burgers. Zo kreeg de prinses al snel de bijnaam "verschrikkelijke prinses" van de burgers.
Op een dag toen haar vader en moeder er genoeg van hadden verbande ze hun dochter uit het koninkrijk. De prinses schrok enorm toen ze dit gehoord had. Ze werd verbannen door haar eigen ouders!
De prinses gaf haar ouders en broertje nog een laatste boze blik en vertrok het kasteel uit. Ze was woedend op haar ouders. Hoe hadden ze hun eigen dochter nou kunnen verbannen? De prinses was niet gemeen, maar dit pikte ze niet. Ze liep het dorp door en werd uitgejouwd door alle burgers. Sommige burgers gooide zelfs rotte tomaten naar haar hoofd. De prinses versnelde haar pas en na een tijdje lopen was ze het koninkrijk uit. Tegen het koninkrijk aan, lag een prachtig groot bos. De prinses was hier nog nooit geweest en deze omgeving was geheel nieuw voor haar. Ze zuchtte diep en liep stug door.
Het bos was een normaal bos. Veel groen en veel bomen. Het bos was dicht en er viel niet veel licht in het bos. Af en toe hoorde de prinses een vogel die opsteeg uit een boom en de lucht in vloog. Verder was het doodstil. Het leek wel of alle dieren en bewoners van het bos gevlucht waren voor iets. Na een lange tijd lopen had de prinses nog geen bewoner van het bos of dier gezien. Ook niks waar ze in kon overnachten. De prinses had altijd gedacht dat het bos bewoond werd door verschillende wezens. Maar vooral door de mensen die haar familie verbannen hadden.
De prinses had een grote open plek in het midden van het bos gevonden. Hier besloot ze dan maar te overnachten. Ze knielde neer op de grond en voelde even of de grond niet te hard was. Ze legde zichzelf neer en keek omhoog de lucht in. Al zag ze daar niet veel van. Ze zag alleen maar bomen. En met dit uitzicht viel de prinses in slaap.
Het leek wel alsof het bos 's avonds pas echt tot leven kwam. Onder allerlei bladeren en stenen kwamen verschillende wezens vandaan. Mensen, beren, elfjes. Je kon het zo gek niet bedenken. Ze kwamen allemaal naar de grote open plek in het bos. Een grote, zwarte beer liep voorop. Hij was duidelijk de leider van het bos. Dit was zijn bos. De beer had van verschillende vogels gehoord dat de prinses het bos had betreden. En nu ging iedereen een kijkje nemen.
Alle bewoners van het bos gingen rondom de prinses staan terwijl ze allemaal nerveus naar de beer keken. De beer keek vol afschuw naar de prinses. Alle bewoners van het bos hadden een hekel aan de koninklijke familie. Dus ook aan de prinses. De beer leunde over de prinses heen en bestudeerde haar eens goed. Op dat moment werd de prinses wakker en keek ze recht in de grote bruine ogen van de beer. De prinses schrok zich dood en begon hard te gillen. Meteen beschermde iedereen zijn of haar oren. Het gegil van de prinses was hels en hoog. Snel legde de beer zijn poot op de mond van de prinses zodat ze niet meer kon gillen. Langzaam haalde iedereen zijn handen weer van zijn oren en keken naar de prinses.
De prinses keek bang naar de beer en keek toen om haar heen. Ze keek weer naar de beer, maar besloot om niks te doen. Een grote, zwarte beer kon gemakkelijk winnen van een kleine, weerloze prinses.
'Waarom ben je hier?' Vroeg de beer met zijn zware stem en hij haalde zijn poot van haar mond. De prinses slikte even en ging rechtop zitten. 'Ik ben verbannen uit mijn koninkrijk.' Legde de prinses uit. De beer keek de prinses niet gelovend aan. 'Waarom zouden de koning en koningin hun eigen dochter verbannen?' Vroeg de beer door. Hij vertrouwde het niet helemaal en aangezien hij de leiden was, was het ook zijn taak om iedereen hier te beschermen. 'Omdat ik niet als hun ben. En omdat ik van de dorpelingen de bijnaam kreeg, verschrikkelijke prinses.' Legde de prinses weer uit. De beer geloofde haar nog steeds niet. 'Je liegt!' Snauwde de beer naar de prinses. 'Ik lieg niet!' Piepte de prinses bang. Bang dat de beer haar wat aan zou doen. Net wanneer de beer de prinses omhoog trok om mee naar zijn schuilplaats te nemen, liep er iemand uit de menigte naar voren. Het was een mens, een dorpeling. 'Ze spreekt de waarheid.' Zei de dorpeling en de beer keek hem aan. De dorpeling sprak de waarheid. De beer moest hem wel geloven, want de dorpeling was er nog maar net. Hij was een paar dagen geleden ook verbannen uit het koninkrijk door de prins.
De beer liet de prinses los en knikte even. 'Het spijt me, maar we kunnen werkelijk niemand vertrouwen.' Verontschuldigde de beer zichzelf. 'Waar komen jullie vandaag? In de middag was hier nog geen fee te bekennen?' Nu was het de beurt aan de prinses om een vraag te stellen. 'We hebben geheimen ondergrondse huizen moeten maken. De prins jaagt hier bijna iedere dag op alles en iedereen. Als je niet uit kijkt, wordt je zo geschoten met pijl en boog. Je hebt nog geluk gehad.' Vertelde de beer. De prinses slikte even. Dit kon zo toch niet? Haar volk leefde hier in angst, onder de grond. De prinses zuchtte en haar ogen gleden over alle wezens die er stonden. Ze straalde allemaal angst en zelfmedelijden uit. De prinses balde haar vuisten. 'Nee.' Zei ze boos en de beer keek haar vragend aan. 'Dit mag zo niet langer door gaan!' Zei ze boos en ze keek iedereen aan. 'Wat wou je er aan gaan doen?' Vroeg iemand in de menigte. 'We gaan het kasteel aanvallen en veroveren het! We zijn met meer dan genoeg wezens om dat te doen! We kunnen dit! Dit kan zo niet langer meer door gaan!' Schreeuwde de prinses uit. Iedereen begon beter op te letten en luisterde vol aandacht naar de prinses. 'Jullie hebben dezelfde rechten als iedereen! En als we nu niks doen zal dit voor altijd zo blijven!' Schreeuwde de prinses iedereen toe. Ze keek naar de beer voor wat steun. Hij was tenslotte de leider en kon nog meer voor elkaar krijgen dan de prinses.
'VAL HET KASTEEL AAN!' Riep de beer luid en zonder nog enig overleg vertrok iedereen richting het kasteel. De prinses werd opgetild en werd op de beer zijn rug gezet. Ze sloeg haar armen om zijn nek en de beer rende naar voren. Met de beer en de prinses voorop stormde ze het koninkrijk binnen. Met alle dieren van het bos achter hun aan hadden ze een goede dekking. De mensen uit het drop daar weer achter met alle elfjes en feeën boven hun gevlogen.
De bewoners kwamen langzaam allemaal naar buiten. Ze werden wakker van alles en wouden allemaal weten wat er aan de hand was. Ze schrokken zich dan ook allemaal kapot wanneer ze de hele menigte voorbij zagen rennen. De bewakers van het kasteel hadden er ook niet op gerekend en kregen de volle laag. De dieren uit het bos hielden zich met de bewakers bezig terwijl de elfjes en feeën via de bovenkant het kasteel bestormde. Met alle mensen achter hun aan rende de beer met de prinses op zijn rug naar de kamer van de koning en koningin. De beer trapte de deur in en een helse gil van de koningin vulde de kamer. De koning keek op en schrok zich rot toen hij daar zijn dochter boven op een beer zag zitten. 'Wat doen jullie hier?' Vroeg hij angstig met een dapper ondertoontje. De prinses sprong van de beer af en liep naar haar vader en moeder toe. 'Het is afgelopen met jullie! Jullie kronen deze beer tot koning en jullie vertrekken!' Zei de prinses dapper tegen haar ouders. De beer keek de prinses geschrokken aan. Hij wou dat zij koningin werd en het koninkrijk bestuurde. De prinses keek de beer aan. Ze wist wat hij dacht en schudde haar hoofd. Ze was het zat om een prinses te zijn. Ze wou haar gewone zelf zijn. De beer knikte als goedkeuring en wachtte op het besluit van de koning en koningin. De koning en koningin keken elkaar aan. Ze wisten dat ze al verloren hadden. Het kasteel was ingenomen en ze hadden geen schijn van kans meer. 'Oke.' Zuchtte de koning. Het was afgelopen voor de koninklijke familie.
De volgende dag stonden de beer, de prinses, de koning, de koningin en de prins op het balkon van het kasteel. Alle burgers en vroegere bewoners van het bos stonden onder aan het kasteel toe te kijken hoe de kroning verliep. 'Ik kroon u hierbij tot koning.' Waren de woorden die de vroegere koning uitsprak terwijl hij de kroon op het hoofd van de beer plante. Het was nu officieel. Hij was geen koning meer. Hij was een gewone burger geworden.
De beer liep naar voren en keek naar beneden, wat nu zijn volk was. 'Mijn eerste taak als koning, zal zijn een paar mensen verbannen.' Deelde de beer mee. Iedereen hield zijn adem in. Niemand wou verbannen worden. De beer draaide zich weer naar de naar de vroegere koning en zijn gezin. 'Ik verban hierbij de vroeger koning en zijn gezin uit het koninkrijk! Alleen de prinses mag blijven! En van af nu af aan, is het verboden om haar verschrikkelijke prinses te noemen. We spreken haar nu allemaal aan, met haar echte naam, Belle!' Deelde de beer mee.
Zo kwam alles weer goed. De wet werd aangepast, de dorpelingen respecteerde elkaar en de prinses werd weer gewoon Belle genoemd. En het allerbelangrijkste, de vroegere koning en zijn gezin werden verbannen uit het koninkrijk. Iedereen leefde weer in vrede, zoals het hoorde. Kortom, ze leefde nog lang en gelukkig.
~ Hij is best lang geworden, tof als je het toch hebt gelezen.
~ Het is kinderlijk geschreven, als een echt sprookje.
~ Ik hoop dat jullie het leuk vonden.
Reageer (1)
Dit verhaal gaf me een echt sprookjes gevoel. Je hebt de opdracht precies uit gevoerd.
1 decennium geledenErgens in het midden staat er leiden, wat volgens mij leider moest zijn.