Hoofdstuk 1, het begin

'Bella, wakker worden!' ik deed mijn ogen open en zag Carlo.
'Leuk dat je bent blijven slapen.' zei hij.
Ik kwam uit bed en kleedde me aan.
'Het is niet altijd leuk om in een zwarte villa rond te hangen.'
'Jullie moeten weg!' riep meneer Kannewasser.
Ik liep naar beneden en pakte mijn koffer.
'Veel plezier.' zei meneer Kannewasser en gooide de deur dicht.
'Sorry van mijn vader, hij...' zij Carlo.
'Geeft niks, we gaan.' we liepen naar het einde van de straat, waar een taxi geparkeerd stond.
'Daar zijn jullie.' zei de chauffeur.
We stapten in en keken naar de chauffeur.
'Druk nou eindelijk is op de onzichtbaarheids-knop.' zei Carlo en drukte op een knopje.
Opeens was ik alleen nog maar onzichtbaar.
De chauffeur bromde 'King's Cross station?'
'Klopt.' zei ik en we vlogen letterlijk weg.

'We moeten rennen, de trein vertrekt over vijf minuten!' riep Carlo toen we naar perron 9 3/4 renden.
FLATS!
Even voelde ik slijmerig spul, waarna ik op het perron was.
Ik zag Carlo net de trein in stappen.
Zelf rende ik ook naar binnen en ging op het kleine gangetje staan, samen met koffer en al.
'Je weet dat ik ergens anders moet zitten.' ik glimlachte naar Carlo, die naast me stond.
'Ga maar, ik zie je bij het feestmaal.' zei Carlo en kuste me.
Ik liep naar een bepaalde coupe en ging naar binnen.
Er zat een behoorlijk bleek jochie van ongeveer elf bij het raam, die omkeek.
'Wow, dit is alleen de coupe voor...' hij keek me aan.
Zijn neutrale blik werd vervangen door een blije glimlach.
'Ik ben Draco Malfidus, en wie ben jij?'
'Ik ben Bella.' zei ik met een wantrouwende blik.
Ik ging zitten naast een meisje dat meer leek op een mopshond dan op een meisje.