Een normale dag
Ik lig op mijn bed naar het plafond te staren. De zon begint op te komen ,maar slaap heb ik nog steeds niet. Ik geef het maar op en stap uit bed. Ik loop door de kamer op mijn blote voeten. Even stop ik bij het raam ,maar ik heb geen zin om de gordijnen te openen. Met een draai sta ik tegenover het bureau. Woedend veeg ik met mijn arm over het bureau heen en alles valt op de grond. Papieren met bladmuziek ,een pakje snaren voor mijn gitaar ,een stress bal ,een paar pennen ,wat potloden ,een gummetje en mijn blauwe rugtas met het kladblok erin vallen met een hoop kabaal op de grond. Ik hoor mijn moeder iets roepen van beneden ,maar ik schenk er geen aandacht aan. Al mijn aandacht gaat naar het kladblok. Het kladblok is precies op de tekening van Fleur terecht gekomen. Ik pak het kladblok voorzichtig op en bekijk het. Hoe kan het dat een paar strepen en krabbels een prachtige tekening worden ?vraag ik mezelf verwondert af. Ik laat me weer op het bed zakken en kijk nog steeds naar de tekening in mijn rechterhand. Ik begrijp het niet. Waarom zij ?Waarom Fleur ?Ik gooi boos mijn kladblok tegen de kast en met klap valt er een klein boekje vanaf. Ik laat mijn hoofd in mijn handen vallen. Er wordt op mijn deur geklopt.
"Mag ik binnen komen ?"hoor ik Roos vragen en ik kijk omhoog. Roos staat in de deuropening me vragend aan te kijken. Zonder dat ik het wil beginnen mijn ogen te prikken en ik barst in huilen uit. Roos rent snel naar me toe en gaat naast me zitten. Ik leg mijn hoofd op haar schoot.
"Oh ,Peter."jammert Roos ,maar ik weet dat ze geen idee heeft waarom ik huil.
"Wat heb je gedaan ?"fluisterd ze verschrikt wanneer ze de troep naast mijn bureau ziet. Ik haal mijn schouders op. We zitten daar een paar uren ,maar dan staat Roos op.
"Kom je mee ontbijten ?"vraagt ze en steekt haar hand uit. Ik knik en veeg mijn tranen weg.
Na het ontbijt loop ik naar buiten. Ik loop naar de fontein en staar naar het water. In de hoop dat het water zou bewegen en Fleur achter me staat ,maar wanneer ik omkijk is ze nergens te bekennen. Ik sla boos met me hand in het water en draai me om. En kijk recht in twee blauwe ogen. Door de schrik verlies ik mijn evenwicht en val in het kristal heldere water van de fontein. Boos spuit ik wat water naar Roos en ze giechelt."Sorry ik wou je niet laten schrikken. Mag ik erbij komen zitten ?"giechelt Roos ,maar zonder op een antwoord te wachten gaat ze op de rand van dde fontein zitten.
"Wat is dat nou met Jou en Julliët ?En waar is Fleur ?"vraagt Roos geschrokken. Nu pas realiseert ze zich dat Fleur verdwenen is.
Ik doe net alsof ik haar niet gehoord heb en sta op.
"Waar is Fleur ?"vraagt Roos nu dringerder.
Ik probeer rustig naar de deur te lopen ,maar ik ren al snel. Ik ren de trap op naar mijn kamer. Snel doe ik de deur op slot en ga tegen de muur aan zitten. Plots zie ik het boekje dat van de kast afgevallen. Ik pak hem op en blader er doorheen. Ik stop bij een pagina waar een vlinder tussen zit."Jij zal ook liever weg vliegen."mompel ik tegen de vlinder en aai zachtjes over zijn vleugels. Voorzichtig pak ik de vlinder op uit het boek. Ik concentreer me op de vlinder en ik voel mijn energie naar de vlinder stromen. Heel rustig beginnen de vleugels te bewegen en ik ben bang dat ik mij leven schenk aan de vlinder ,maar de vlinder kijkt me raar aan met zijn piepkleine zwarte oogjes. Dan stijgt hij op en vliegt door de kamer. Ik begin moe te raken en val in slaap.
Reageer (2)
Het plaatje past goed!
1 decennium geledenAhw. Heel mooi geschreven! Ik kreeg tranen in mijn ogen, hihi! Alleen mag je vlinders niet aaien, dan kunnen ze niet meer vliegen.
1 decennium geleden