Foto bij My destiny

Ik schrik wakker en knijp meteen mijn ogen dicht tegen het felle licht. Mijn wangen voelen nog warm aan van het huilen. Langzaam raak ik aan het licht gewend en ik kijk om me heen. Felgroene bladeren kietelen de licht blauwe lucht en kleine beestjes kruipen over de stammen van de bomen. Geweldig. Ik ben helemaal alleen in de middel of nowhere. Ik moet me inhouden om niet weer in tranen uit te barsten. Snel kijk ik om me heen om misschien iets te zien wat me een beetje hoop schenkt ,maar ik zie alleen maar bomen zover het oog kan reiken. Ik verzamel al mijn energie en sta dan moeizaam op. Mijn benen trillen en mijn hoofd bonst als een gek ,maar soms moet niet nadenken. Soms moet je gewoon gaan lopen. Ik loop langs een grote kastanje boom en kijk naar beneden.
Hoe lang zo ik geslapen hebben ?vraag ik me af ,maar ik blijf doorlopen. Even later vindt ik een stok. De stok gebruik ik als steun en loop daarna verder. Uiteindelijk stort ik uitgeput op de grond. Ik kruip tegen een grote eik aan en vindt daar een beschut plekje tussen de wortels. Ik krimp helemaal in een en zeg tegen mezelf dat ik niet moet gaan huilen. Waarom zou ik gaan huilen er is hier niemand die het ziet. En terwijl ik me dit bedenk realiseer ik me dat Mia nog steeds verdwenen is. Ik kijk naar de stok. Het laat me aan me bezem denken. Mijn bezem. Waar is hij ?Ik moet hem tijdens val kwijt geraakt hebben. Ben ik eigenlijk wel gevallen ?de vragen schieten door mijn hoofd en bezorgen me hoofdpijn.
"Stop !"gil ik angstig."Stop ,stop ,stop !" De wanhoop is me nabij ,maar toen ik de eerste keer gilde bewoog er iets in het struikgewas. Snel loop ik naar toe. Het gene wat in de struik zit moet het hebben gezien want het begint te rennen."Wacht !"schreeuw ik en ren er achterna.
Doorns prikken in mijn been en mijn rok blijft haken achter een tak. Snel maak ik hem los en ren verder. Aan mijn sokken zie je niet dat ze ooit wit waren geweest en in mijn rok zitten allemaal scheuren. Toch blijf ik het achter volgen. Het maakt een soort sprongen en zigzagt door het lange gras en de struiken. Ik begin steeds dichterbij te komen en toen zag ik twee witte ziellose even omkijken. Ik sta even stil van de schrik en de gedaante gaat verder. Nu zie ik dat de gedaante niet pringt maar huppelt. Ik kijk raar na. Ik wou dat Mia hier is die wist vast wel wat voor wezen dat is ,maar Mia is er niet.
Ik voel mijn magie in me opwellen. Een spreuk zal geen kwaad kunnen. Denk ik en zit het hele spreukenboek in mijn hoofd door te nemen.
"Recens teen."mompel ik en wijs naar de gedaante. Een licht flits komt uit mijn wijsvinger en raakt de gedaante. Bij de aanraking valt de gedaante terug in het gras en het wezen lijkt wel niet te bewegen. Wat eigenlijk wel klopt want ik heb hem versteend. Ik voel plots een klap in mijn gezicht en ik krimp even in een. Snel hinkel ik naar het wezen toe. Zelfs de simpelste spreuk is veelste veel voor mij. Ik ben blij dat ik voor de recens-spreuk heb gekozen want nu kan het wezen me niks doen. Ik strompel nog ietsje verder en sta nu voor het wezen. Ik bereid me voor om een trol of zoiets te zien. Maar wanneer ik de bladeren van dde struik weg duw zie ik een klein meisje. En dan bedoel ik ook echt klein want ze is niet groter dan een halve meter. Ik kniel naast haar en til haar voorzichtig op. Ze was veder licht. Ik loop met haar in mijn handen naar de grote eik waar ik een geschikte slaap plaats had gevonden en leg haar neer. Ik bind haar snel vast zodat wanneer de betovering uitgewerkt ze niet wegrent of nog erger ze me aanvalt. Nadat ik haar heb vastgebonden val ik in slaap en de vragen suisen weer door me hoofd.

Reageer (1)

  • TimeTravel

    WOOH.. wat gaat ze doen met het wezen? is het een soort elfje? hmm. snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen