Foto bij Three years ago [2]

Thuis aangekomen stak ik de sleutel in het slot en stapte mijn huis in. Ja, je leest het goed. MIJN huis. Mijn ouders zijn bij een auto-ongeluk omgekomen toen ik 7 jaar oud was. Mijn ouderlijk huis stond nu op de naam van mijn oudere broer, maar ik woonde er in. Hij woonde met zijn vrouw en zoontje in een ander huis, ik heb tot mijn 16e bij hen gewoond. Mijn broer en ik hebben het nooit zo goed met elkaar kunnen vinden, dus toen ik 16 werd liet hij me in het huis trekken, en omdat we toch geen band met elkaar hadden liet hij me met rust. Maar voordat hij me in het huis liet intrekken waarschuwde hij me wel: “Luister goed Tasnim, denk maar niet dat je rustig je gang kunt gaan nu onze ouders, Allah ie rahmoum, er niet meer zijn of omdat ik niet meer op je let. Als ik ook maar het kleinste gerucht of de kleinste roddel hoor dat jij je niet gedraagt, of onze naam bezoedeld, dan breng ik je hoogst persoonlijk naar Marokko en ga je bij oma wonen in de bergen! Ben ik duidelijk?!” Mijn broer kan best intimiderend zijn, dus ja, voor mij was hij net zo duidelijk als wat. “Heel duidelijk Shakir. Ik begrijp je.” Antwoordde ik zacht.
“Mooi, zei hij. “Ik betaal alle rekeningen tot je 18 bent. Vanaf daar is het je eigen verantwoordelijkheid.” “Het is altijd al mijn eigen verantwoordelijkheid geweest” dacht ik bitter. Nooit is er iemand voor mij geweest. Het verdriet van het verlies van mijn ouders heb ik zelf moeten verwerken, en geloof me, het is meer dan een normaal 7-jarig meisje aankan. Een meisje van 7 hoort nog buiten te spelen en met poppen te spelen. Een normaal 7-jarig meisje wordt door haar moeder nog lekker ingestopt en krijgt een verhaaltje voorgelezen. Dit 7-jarig meisje mocht niet naar buiten, omdat haar broer het “te gevaarlijk” vond. Dit 7-jarig meisje had geen speelgoed, omdat speelgoed zogenaamd “haram” (niet toegestaan vanwege het geloof) was. Dit 7-jarig meisje huilde zichzelf ’s nachts in slaap omdat ze haar ouders miste. Op school werd ik steeds stiller, omdat ik niet wist hoe ik me moest gedragen nu ik geen ouders meer had. Telkens als de school uit was, kreeg ik een steek in mijn hart als ik zag dat mijn klasgenoten door hun ouders opgehaald werden. Hierdoor sloten de andere kinderen me buiten. Ik was de buitenstaander. Zij hadden allen iets wat ik niet had: ouders. In tegenstelling tot mijn klasgenoten die opgehaald werden met de auto of de fiets, moest ik lopen naar het huis van mijn broer. Hij werkte fulltime en zijn vrouw werkte ook fulltime. Dus ik was al vroeg op mezelf aangewezen. Ik had mezelf het huishouden aangeleerd. Yep, ik was al vroeg zelfstandig en volwassen geworden. Ik had niemand nodig.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen