-XXVII-
Ik keek op mijn horloge: 22.00 uur. Dit was de tijd die we hadden afgesproken. En in de verte zag ik Myrthe al aankomen.
'Hey, stipt op tijd.' grinnikte ik. Ik zag dat Myrthe nerveus was. Ik daarentegen vond het gewoon spannend, ik was altijd klaar voor een avontuur.
'Wat moet ik nu juist weer doen?' vroeg ze me.
'Jij bent de prinses. Je zult verbannen worden, maar Ewout zal met je meegaan, en zo kunnen jullie samen ontsnappen.' Zei ik.
'Oke, begrepen.' zei Myrthe.
Ik deed het amulet af en deed het rond Myrthe's nek.
Daarna stapten we samen richting de grot. Daar zat Ewout al.
'We kunnen dit samen.' zei hij.
En op dat moment lichtten onze amuletten op. Voor ons verscheen het dorp.
Myrthe wierp me een verbaasde, angstige blik toe. 'Het komt goed.' fluisterde ik. We liepen naar het binnenplein.
'Beste medeburgers, zie hier de prinses!' riep ik.
Alle dorpelingen keken naar me. En om het maar eens goed duidelijk te maken gaf ik Myrthe een duw, zodat ze naar voren stapte.
'En zie hier, een verrader!' 'Deze jongeman hield de prinses bij zich, hij beschermde haar in plaats van ze hierheen te brengen!' Schreeuwde ik. Ik hoopte dat het zou werken. En ja hoor, een heleboel mensen kwamen het duo van dichterbij bekijken. Even later, kwam de priester. Hij nam het blauwe amulet in zijn handen. Vol ongeloof staarde hij Myrthe aan. 'Open het portaal!' schreeuwde hij tenslotte. In het midden van het plein stonden 2 grote palen, en vanaf de priester was uitgesproken, ontstond er een mengelige massa ertussen. Net als een bellenblazer. Maar alleen was de massa hier niet zoals die van een regenboog, maar wel zwart en rood. Ik kneep in Ewout en Myrthe's hand en liet ze toen los.
Myrthe keek nog eens om, en stapte toen samen met Ewout richting het portaal.
'Hooo! Halt! Stop!' schreeuwde een man achter me.
Ik draaide me om. Het was dezelfde man als die keer toen ik gevangen zat.
Even dacht ik dat we gered waren, maar toen de man zei: 'Dit is de prinses, kijk dan naar haar pikzwarte haren, haar grijze ogen, het is net de koningin toen ze zo oud was!' was mijn hoop verdwenen. 'Toon je amulet meisje.' zei de priester. Bang antwoordde ik dat ik er geen had, en dat hij Myrthe en Ewout niet moest verbannen, want ik was de prinses.
Maar helaas was zijn antwoord:
'Verban ze alle drie.'
Reageer (1)
spannennnnd
1 decennium geleden