HS 2
De flitsen van de fototoestellen verblinden me. Ik zit achter een tafel vol microfoons, naast onze ploegleider. Aan zijn andere zijde zit Jens ongemakkelijk op zijn stoel te schuifelen. Hij is het duidelijk niet gewoon om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Maar ook ik, de kopman die de pers zo veel te woord moet staan, voel me niet op mijn gemak. Nog nooit heb ik een persconferentie gegeven over mijn privéleven. Dat is ook de reden waarom ik zo geërgerd aan deze tafel zit. Waarom zijn deze mensen zo geïnteresseerd in ons privéleven? Ik kijk even opzij en mijn blik kruist die van Jens. Ik knik kort om hem gerust te stellen en kijk dan weer naar voren, naar de enorme hoop journalisten die zich voor de tafel hebben verzameld en zitten te wachten op ons verhaal. Ik wacht bang af tot onze ploegleider begint te spreken. Hij was woedend toen Jens en ik hem na de ceremonie protocollaire ontmoetten in het rennersdorp. Ook al heb ik geprobeerd om de situatie uit te leggen en de voordelen (zoals de media-aandacht) ervan duidelijk te maken, toch weet ik niet hoe hij voor al die camera’s gaat reageren en wat hij allemaal gaat vertellen.
“Goedenavond, iedereen,” spreekt de ploegleider. “Deze spoedpersconferentie hebben we georganiseerd na de verrassende gebeurtenissen van vandaag. Vandaag is een enorm succes geweest voor onze ploeg, met de etappeoverwinning van Jens en de overname van de gele trui van Alexander.”
Ik kan mijn glimlach niet verbergen. Hij dacht toch niet dat hij de gebeurtenissen die na de eindstreep zijn gebeurd gewoon kon verzwijgen? Ik merk dat er vooraan een journalist rechtstaat en wacht op de toestemming om te spreken.
“Gefeliciteerd voor die overwinningen. Maar wat ons echt interesseert, is het moment na de eindstreep.”
“Wat er na de finishlijn is gebeurd, heeft ons allen enorm geschokt,” antwoordt de ploegleider rustig.
“Dus u was niet op de hoogte van hun relatie?” vraagt de journalist verbaasd.
“Neen, niemand wist er iets van.”
“Sam heeft al laten weten dat hij wel op de hoogte was van deze relatie.”
De ploegleider kijkt verbaasd op. Eerst naar de journalist, dan naar mij en vervolgens naar Jens.
“Dat klopt,” knik ik. “Sam is mijn beste vriend. Ik heb hem enkele maanden geleden in vertrouwen genomen over mijn gevoelens voor Jens. Hij is de enige die iets over onze relatie wist.”
“Waarom hebben jullie je relatie verzwegen? Uit angst voor de reactie van de ploegleiders, van de andere renners, van het publiek of de media?”
“Ik heb nooit angst gehad om voor onze relatie uit te komen. Jij wel, Jens?” vraag ik even.
Hij schudt kort het hoofd.
“Ik geloof dat we nooit de nood hadden om onze relatie publiek te tonen. Ons privéleven is immers niet het belangrijkste. Onze prestaties op de fiets wel.”
“Dat klopt,” knikt de ploegleider meteen. “En die prestaties zijn uitstekend momenteel. Met een prachtige overwinning van Jens en de gele trui om de schouders van Alexander kunnen we starten aan de slotweek van deze Tour, dat had ik nooit durven dromen.”
“Toch blijft ook Cody Pierson in zijn kansen geloven,” gist een andere journalist.
“Natuurlijk heeft hij nog een kans,” antwoord ik. “We zijn nog lang niet in Parijs. Maar ik heb het gevoel dat ik nog niet alles heb gegeven en dat geeft me vertrouwen.”
“Sorry, we moeten nu afronden,” onderbreekt de ploegleider.
Hij bedankt de journalisten vriendelijk en staat op. Jens en ik volgen zijn voorbeeld en onder de flitsende fototoestellen verdwijnen we naar het hotel.
Er zijn nog geen reacties.