|| Fiveteen

Ik was misselijk van de suikerspin die ik van Kyle gekregen had. Mijn hoofd tolde van de brute attracties waar ik in gezeten had en ik was moe, maar ondanks alles was het me toch gelukt om gezellig en leuk te doen. Nu kwam alleen het moeilijkste gedeelte. Kyle vertellen dat dit niet ging werken.
We zaten in een taxi naar de camping. Achter het stuur zat een knorrige chauffeur en de taxi stonk naar urine. Ik was blij toen ik de gore taxi uit kon.
Zwijgend liepen Kyle en ik over het pad naar de camping. Ik voelde mijn hartslag versnellen toen we het punt naderde waar we uit elkaar zouden gaan. Hier moest ik hem afwijzen.
We stonden stil vlak bij het tuinhekje waar ik doorheen zou moeten. Hier stonden geen lantarens en het enige licht kwam van de maan.
Kyle keek me aan. "Ik vond het gezellig vanavond" zei hij.
Ik kon nu niet gaan liegen.
"Kyle, ik moet je iets duidelijk maken" zei ik.
Kyle's uitdrukking werd hard.
"Je bent een leuke jongen. Maar ik denk niet dat dit iets gaat worden" zei ik.
Kyle keek boos. "Hoezo niet?"
"Ik.. Dat zijn privéredenen" zei ik.
Kyle zette dreigend een stap naar voren en ik zette er automatisch een naar achteren. Kyle deed nog een nog naar voren en terwijl ik een stap naar achteren zette knalde ik tegen de muur van het huis aan.
"Ik heb alles voor je gedaan. Ik heb een taxi geregeld. Ik heb alles betaald en jij wijst me gewoon af?" siste hij. "Had je dat niet wat eerder kunnen zeggen?"
"Sorry Kyle. Het voelt gewoon niet goed" zei ik.
Kyle sloeg tegen de muur aan. De beweging kwam zo onverwacht dat ik schrok.
Plotseling drukte Kyle zijn lippen op die van mij. Ik spande me aan en probeerde hem weg te duwen maar Kyle was sterker. Hij drukte mijn polsen tegen de muur. Met zijn lippen dwong hij me de mijne te openen. Ik zag mijn kans en beet hard op zijn onderlip.
"Auw trut!" vloekte Kyle en hij liet me los.
Ik schoot langs hem heen. Niet naar huis maar het bos in. Ik rende tot ik dacht dat ik neer zou vallen. Op dat moment was ik op het strand. Ik was hier nog nooit geweest. Ik liep het strand op en zakte neer op een rots. Ik keek naar de maan en barste in huilen uit.