6. o. my. god.
‘Nou wil ik alles weten.’
Dit was niet normaal meer. Gisteren had ik me de hele avond afgevraagd hoe het nu met Kiki zat. Tijdens het wachtlopen zei Seth dat ik was ingeprent, maar dat was het niet. Ik maakte me gewoon zorgen. Als ik was ingeprent, zou ik dat weten.
Ik had de hele avond vragen zitten bedenken die ik vandaag op haar zou kunnen afvuren. De belangrijkste vraag was simple: wie mishandelt jou zo? En dan kwamen er ook nog van die kleine vraagjes bij. Waarom mishandelt hij jou? Waarom vertel je het niemand? Kan ik iets doen om te helpen?
Ik wist gisteren zeker dat ik die antwoorden zou krijgen. Maar nu, toen ik zag dat ze haar gezicht helemaal expressieloos maakte, niet meer. Zij wou dit koste wat kost verbergen.
‘Wie doet dit?’ vroeg ik haar zachtjes. Ik zou haar de tijd geven om het te zeggen. Ik wou niet te hard overkomen.
‘Ik weet niet wat je bedoelt,’ mompelde ze. Ging ze dit serieus ontkennen?
‘Ga je dit serieus ontkennen?’ mijn stem klonk ongeloofwaardig.
‘Er valt niks te ontkennen, want er is niks.’
Ik werd boos. Daar ging mijn goede voornemen. Stomme weerwolf temperament.
‘Dus jij noemt dit niks?’ ik greep haar arm, haar pijnlijke adem inhaal negerend, en trok met een ruk haar mouw omhoog.
Ik kon niet geloven wat ik zag. Ik wou het niet geloven.
Haar arm was blauw. Het was allemaal een grote blauwe plek. Er waren een paar kleine witte plekjes, dat haar echte huidskleur was, en de rest was blauw.
Ik wou overgeven.
Kiki begon te trillen. We zaten daar een paar seconden, en toen trok Kiki haar mouw weer voorzichtig naar beneden.
‘Dat had je niet moeten zien,’ fluisterde ze.
Wat voor mens deed dit nou? Kon je hem wel nog een mens noemen? Het zou me helemaal niks verbazen als haar hele lichaam er zo uitzag.
Ik voelde mijn lichaam trillen. Mijn handen waren in vuisten gebalt. Ik wou zijn hoofd van zijn lichaam aftrekken.
‘Jij gaat mij vertellen wie dat heeft gedaan. Straks ga ik met jou mee naar huis en dan…’
‘Nee!’ ze fluisterde nog, maar ik zag dat ze wou schreeuwen. ‘Jij doet helemaal niks. Jij gaat gewoon naar huis en je zegt niks tegen wie dan ook.’
Ze beveelde alles, alsof dat zou helpen. Niet dus.
‘Kiki, dit is niet goed! Heb je jezelf wel gezien?! En waarom doet die ene persoon dit uberhäupt? Komt het door je ogen?’
Ik hield abrupt op met praten. Dat was een fout geweest.
‘Kiki, het spijt me. Dat had ik niet moeten zeggen.’
Vanachter de zonnebril kwamen tranen tevoorschijn. Ik wou ze van haar gezicht wegvegen, maar op dat moment ging de bel. Rotbel.
Zonder nog een woord te zeggen, stond Kiki op en liep weg. Ik zwoor aan mezelf dat ik niet zou rusten voor ik Kiki zou helpen. Daarna, na nog een laatste blik op de gang waar Kiki inliep te hebben geworpen, liep ik snel naar mijn klas toe.
Reageer (1)
dan zal ik maar reageren
1 decennium geledenhet is helemaal niet slecht!
maar ik neem niet altijd de moeite om te reageren,
zodat ik snel het volgende hoofdstuk kan lezen!
dus niet denken dat het slecht is!!!
want ik vond het een heel mooi hoofdstuk