Hoofdstuk 1

Melody Miller


Ik wend mijn blik van het papier dat voor me licht naar mijn één jaar jongere zusje. Op allebei onze gezichten staat een brede grijns. Alles is klaar, alles is uitgedacht. Ik sta op waardoor de stoel naar achteren schuift. In het kleine keukentje in ons kleine apprtement pak ik een glas cola voor mezelf. Mijn zusje en ik wonen samen in een klein appartement. Onze ouders spreken we bijna niet meer. Anderhalf jaar geleden zijn we op onszelf gaan wonen. Ik werk in een koffiebar en Soumia in een kapsalon. Soumia en ik hebben verschillende achternamen. Ik heb de achternaam van onze moeder en zij van onze vader. Waarom snap ik nog steeds niet.
'Schenk je ook een glas voor mij in?' roept Soumia vanaf de tafel. Een grijns verschijnt op mijn gezicht. Soumia kent me door en door, net als ik haar. Ik pak een tweede glas en schenk daar ook cola in voor Soumia. Met de 2 glazen in mijn hand loop ik naar de tafel en zet er een voor Soumia neer en een voor mezelf.
'Moet je nog werken vandaag?' vraag ik. Soumia kijkt even in haar telefoon en knikt haar hoofd. 'Jij?' Met ee zucht knik ik. Ik vind het nooit erg vervelend om te gaan werken, maar om er naartoe te gaan vind ik altijd vervelend. Het eerste stapje naar mijn werk toe, maar als ik er eenmaal ben is het altijd wel gezellig. Ik werp een blik op de klok. Ik drink mijn glas halfleeg en sta op. 'Ik ga me klaarmaken,' mompel ik en loop naar mijn slaapkamer. Ik trek een spijkerbroek aan en een topje. Het shirt van de koffiebar stop ik in een tas samen met mijn telefoon en portemonnee. De tas leg ik op mijn bed, klaar om straks mee te nemen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen