5
zo, dat is er ook weer uit, zeg ik zacht tegen mezelf en doe mn ipot in. die hb ik eigenlijk altijd bij mij, dusach. ik loop wat door de straatjes en winkels, ergens neem ik een broodje bij de hema ofzo en ga op een dichstbijzijnde bankje zitten en eet hem op, nu is ie nog lekker warm. ondertussen pulk ik kleine stukjes van van het sausijzebroodje af en gooi dat naar de duifen. ik zit met mn bene opgetrokken, die nu al slapen. ik leg mn hoofd op mn knieën en sluit mn ogen als ik mn broodje op heb. langzaam komt het down zijn weer terug. ze zijden dat ik het juist tegen moest gaan, maar ik laat het maar zn gangetje, wie kan het boeien at er met mij gebeurt? niemand, kijk dat bedoel ik, niemand, dusach. ik ben waardeloos hea? zeg ik tegen de duif tegenver mij die me stom aankijkt. ja, dat vind ik ook, ik ben stom, wet het, en waardeloos. ken jij iemand die om me geeft? en zoja, zou ik dat héél knap vinden, want die bestaan toch niet, brabbel ik tegen die duif die dan wegvliegt. zie je, zelfs die duif haat me.
Er zijn nog geen reacties.